6.4 Een kringloop

1 / 20
suivant
Slide 1: Vidéo
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

6.4 Een Kringloop

Planning
Controle huiswerk + materiaal
Inleiding
Leerdoelen
Terugblik
Uitleg
Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Het verhaal van de poolvos

Slide 3 - Diapositive

Grasland
Toendra

Slide 4 - Diapositive

6.4 Een Kringloop

Planning
5 min. Controle hw + materiaal
5 min. Inleiding
2 min. Leerdoelen
2 min. Terugblik (20 sec. quiz)
10 min. Uitleg
15 min. Zelfstandig werken
5 min. Afsluiten 

Leerdoelen
-Je kunt uitleggen hoe in de voedselkringloop natuurlijk afval verandert in voedingsstoffen voor planten.

-Je kunt uitleggen dat ieder organisme een eigen taak heeft in de voedselkringloop.
-Je kunt uitleggen wat er gebeurt als de voedselkringloop wordt verbroken.

Slide 5 - Diapositive

Een voedselketen begint altijd met een?
A
Reducent
B
Alleseter
C
Consument
D
Producent

Slide 6 - Quiz

Producenten zijn.....
A
Organismen die hun eigen voedsel maken
B
Organismen die anderen opeten
C
Organismen die afval opeten

Slide 7 - Quiz

Hoeveel producenten zie je in dit voedselweb?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Waarom wordt de biomassa (gewicht) in de voedselpiramide per niveau minder?
A
Elk niveau haalt steeds minder energie uit het voedsel
B
Omdat er van de consumenten meer zijn
C
De individuen op hogere niveaus wegen minder
D
Omdat niet alle energie wordt vastgelegd in bouwstoffen

Slide 9 - Quiz

Natuurlijk afval
  • De strooisellaag bestaat uit natuurlijk afval.

  • Bodemdieren eten natuurlijk afval.

  • Bacteriën en schimmels in de strooisellaag en humuslaag zetten de poep van bodemdieren en de resten van natuurlijk afval om in mineralen.

Slide 10 - Diapositive

Voedselkringloop
1. Producenten
Met behulp van de mineralen maken de planten uit glucose weer andere voedingsstoffen. Planten zijn dus de makers ofwel producenten van voedingsstoffen.

2. Consumenten
Dieren en mensen eten de voedingsstoffen, die de planten maken. Dieren en mensen zijn dus de gebruikers van de voedingsstoffen in de voedselkringloop. Gebruikers noem je daarom ook wel consumenten.

Afvaleters
Bodemdieren eten het afval van de producenten en de consumenten. Bodemdieren zijn dus afvaleters

Slide 11 - Diapositive

Voedselkringloop

3. Reducenten 
Tot slot breken schimmels en bacteriën de resten af tot mineralen. Schimmels en bacteriën zijn de afbrekers of reducenten van afval. Door het werk van de reducenten komen er weer mineralen in de bodem.

Slide 12 - Diapositive

Voedselketen in een kringloop



producenten → afvaleters

producenten → consumenten → afvaleters

Slide 13 - Diapositive

Voedselkringloop verbroken door akkers
Door het oogsten van planten zijn er geen dode resten op een akker.

Bacteriën en schimmels kunnen geen mineralen maken: de voedselkringloop is verbroken.

Boeren bemesten hun akkers met dierlijke mest of met kunstmest. Daarin zitten mineralen.

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Hoofdstuk 6. Je groene omgeving, Paragraaf 6.4 Een kringloop
Wat? Maken opdracht 1 t/m 12
Hoe? Zelfstandig. Keuze tussen fluisterend overleggen of oortjes
Hulp? Steek je hand op en dan kom ik je helpen.
Tijd? 15 minuten
Opbrengst? Huiswerk (deels) af! Voorbereiding op de eindopdracht.
Klaar? Super! Kijk je werk na en probeer dan de stervragen eens! Vooruitwerken mag natuurlijk ook!



Slide 15 - Diapositive

Wat is de belangrijkste taak van schimmels en bacteriën?
A
Aanmaken van schimmeldraden
B
Verschil tussen humus en strooisellaag
C
Omzetten van humus in mineralen

Slide 16 - Quiz

Planten zijn...
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 17 - Quiz

Een paddenstoel is een...
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 18 - Quiz

Waarom wordt een voedselkringloop door oogsten onderbroken?
A
De planten kunnen niet meer groeien
B
Er ontstaat geen humus
C
Er worden geen mineralen gevormd

Slide 19 - Quiz

Waarom kunnen veel dieren/planten niet leven in de zee?
A
Door de getijden
B
Door de stroming
C
Door het zout
D
Door andere dieren/planten

Slide 20 - Quiz