Toets Ademhalingsstelsel

Herhaling
Ademhalingsstelsel 

Pathologie 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling
Ademhalingsstelsel 

Pathologie 

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel ademhalingen zijn er per minuut bij een bradypneu?
Tekst
A
0
B
<12
C
12-20
D
>20

Slide 2 - Quiz

de Latijnse benaming voor kortademigheid is:
A
tachypneu
B
dyspneu
C
bradypneu
D
apneu

Slide 3 - Quiz

wat is de benaming van dit onderzoek
A
percuteren
B
palperen
C
inspectie
D
ausculteren

Slide 4 - Quiz

dyspneu wordt onderscheiden in welke types? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
bij inspanning
B
bij longoedeem
C
bij hartfalen
D
bij rust

Slide 5 - Quiz

tachypneu is een ademhaling van:
A
1- 9
B
0
C
12- 14
D
> 20

Slide 6 - Quiz

bij een niet symmetrische ademhaling beweging van de thorax kan je denken aan een?
A
pneumothorax
B
longoedeem
C
COPD
D
astma

Slide 7 - Quiz

exacerbatie bij astma betekent?
A
ernstige astma aanval
B
chronische astma bronchiale
C
diagnose stelling van astma
D
het genezen van astma

Slide 8 - Quiz

een röntgenfoto van de thorax is een aanvullend onderzoek bij longoedeem
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

grote, lagere luchtwegen
bronchiolen
exacerbatie 
status astmaticus
bronchiën
allerkleinste luchtwegen
astmaverergering
astmaverergering die niet op behandeling reageert

Slide 10 - Question de remorquage

Crepitaties zijn?
A
piepende ademhaling
B
knetterende geluiden
C
reutelende geluiden

Slide 11 - Quiz

Een thoraxfoto kan informatie geven over ?(meerdere antwoorden mogelijk)
A
grootte van het hart
B
vocht achter de longen
C
zuurstofgehalte
D
longontsteking

Slide 12 - Quiz

De longen zijn onderdeel van
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 13 - Quiz



Wat gebeurt er in de longen?
A
Zuurstof afgeven Kooldioxide opnemen
B
Kooldioxide afgeven Zuurstof opnemen

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van de longen?
A
verbranding
B
ademen
C
verslikking tegengaan
D
transport

Slide 15 - Quiz

Hoe worden de longen beschermd?
A
Door het middenrif
B
Door de ribben
C
Door het hart
D
Door de luchtpijp

Slide 16 - Quiz

Vraag 1.
Waarvoor dient de ademhaling?
A
Om afvalstoffen aan te voeren en om zuurstof te verwijderen uit het lichaam
B
Om afvalstoffen en zuurstof te verwijderen
C
Om te ruiken
D
Om zuurstof aan te voeren naar het lichaam en om afvalstoffen te verwijderen

Slide 17 - Quiz

Vraag 2.
Wat is de Latijnse benaming voor een long?
A
Lobus
B
Pulmo
C
Palmo
D
Trachea

Slide 18 - Quiz

Vraag 3.
Waar bevindt zich het borstvlies?
A
Vast aan de binnenkant van de longen
B
Vast aan de binnenkant van de borstwand, het middenrif en andere onderdelen van de borstholte, zoals het hartzakje
C
Vast aan de binnenkant van de borstwand, de ribben en de buikwand
D
Vast aan de buitenkant van de longen

Slide 19 - Quiz

Vraag 4.
Waarmee is de pleuraholte gevuld?
A
Bloed
B
Een beetje vocht
C
Spierweefsel
D
Vliezen

Slide 20 - Quiz

Vraag 5.
De luchtpijp splitst in twee vertakkingen. Hoe noemen wij deze vertakkingen?
A
Alveoli
B
Bronchi
C
Bronchioli
D
Hoofdbronchi

Slide 21 - Quiz

Vraag 6.
Wat is GEEN functie van de bovenste luchtwegen?
A
Gaswisseling
B
Optimaliseren van ingeademde lucht
C
Slikken
D
Vormen van de stem

Slide 22 - Quiz

Vraag 7.
Welk orgaan vormt je stem en regelt de ademstroom?
A
Alveoli
B
Cavum oris
C
Farynx
D
Larynx

Slide 23 - Quiz

Vraag 8.
Hoe heet het afvalproduct dat via de longen het lichaam kan verlaten?
A
Koolstof
B
Koolstofdioxide
C
Ureum
D
Zuurstof

Slide 24 - Quiz

Vraag 9
De longader voert het bloed vanuit het hart naar de longen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Vraag 10
Wat zijn bronchiën
A
longblaasjes
B
luchtpijp
C
luchtwegen
D
vertakking van de luchtpijp

Slide 26 - Quiz

Vraag 11.
Wat is de functie van het slijmvlies in de bronchiën?
A
Opname van zuurstof
B
opname van zuurstof en afgifte van kooldioxide
C
soepel houden van de luchtwegen
D
Afvoeren van stofdeeltjes en bacteriën

Slide 27 - Quiz

Vraag 12.
Theorie: de longen bestaan uit een rechter en een linker long.
Stelling: de linker long bestaat uit ..... kwabben.
A
twee
B
drie
C
vier
D
vijf

Slide 28 - Quiz

Vraag 13
Wat gebeurt er in de longen?
A
Afvalstoffen uitgescheiden, zuurstof opgenomen
B
Zuurstof uitgescheiden, afvalstoffen opgenomen
C
De dikte van het bloed wordt aangepast
D
Er worden hormonen aan het bloed toegevoegd

Slide 29 - Quiz

Vraag 14
De longader transporteert zuurstofrijk bloed vanuit de longen naar de linker boezem
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 30 - Quiz

Vraag 15. Wat wordt er op de afbeelding met nummer 4 weergegeven?
A
Longader
B
Longslagader
C
Aorta
D
Septum

Slide 31 - Quiz

Wat is een andere naam voor longtoppen?
A
apex pulmones
B
mediastinum

Slide 32 - Quiz

Uitwisseling van zuurstof en koostofdioxide met bloed vindt plaats in
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Longhaarvaten
D
Luchtpijptakjes

Slide 33 - Quiz

Welke lucht bevat meer CO2 en minder zuurstof?
Tekst
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht

Slide 34 - Quiz

Bij welke ziektebeelden komt een bradypneu voor? meerdere antwoorden mogelijk
A
diabetisch coma
B
leverfalen
C
hypothyreoïdie
D
alcohol vergiftiging

Slide 35 - Quiz

Onder normale omstandigheden versnelt de ademhaling als:
A
O2 gehalte hoog is
B
O2 gehalte laag is
C
CO2 gehalte hoog is
D
CO2 gehalte laag is

Slide 36 - Quiz

Longemfyseem is een progressief proces, het wordt steeds erger.
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

Zuurstofopname verminderd bij longemfyseem.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Bij chronische bronchitis neemt de slijmproductie af.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quiz

Salbutamol wordt in poedervorm geïnhaleerd (discus)
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

Afwijkende ademgeluiden zijn: (meerdere antwoorden mogelijk)
A
pleurawrijven
B
ronchi
C
inspiraties
D
crepitaties

Slide 41 - Quiz