Eerste hulp verlenen

Vergiftiging
Bij inslikken
Bel 112 en meldt om welke gifstof het gaat. Volg de aanwijzingen van de centralist op. Geef of neem de verpakking of restant van het gif mee naar dokter of ziekenhuis.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Vergiftiging
Bij inslikken
Bel 112 en meldt om welke gifstof het gaat. Volg de aanwijzingen van de centralist op. Geef of neem de verpakking of restant van het gif mee naar dokter of ziekenhuis.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij inademing
Breng het slachtoffer in de frisse lucht. Kan je het slachtoffer niet verplaatsen ventileer dan de ruimte. Let op je eigen veiligheid. Kan je de ruimte niet in bel dan 112. Sluit apparaten die voor de vergiftiging kunnen zorgen uit (cv’s, boilers, geisers e.d.). Laat een slachtoffer met een moeilijke ademhaling niet plat liggen. Start zo nodig een reanimatie bij stoornissen in de vitale functies. Let op bij beademen. Er kunnen nog resten gas in de longen zitten die er door beademen uit komen. Als eerstehulpverlener kun je die dan inademen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de huid
Bescherm jezelf tegen de schadelijke stof. Veeg poeders weg. Spoel ze niet met water omdat dit vaak het effect versterkt. Trek natte kleding uit. In dit geval mag kleding wel van de wond losgetrokken worden. Spoel de wond 30 minuten lang schoon met, bij voorkeur lauw, water.  Behandel chemische wonden daarna net als brandwonden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijk bij het bellen van 112
  • Leeftijd en gewicht
  • Waardoor de vergiftiging is ontstaan 
  • Symptomen van het slachtoffer
  • Hoe is het gebeurd

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit voor een wond?

Slide 5 - Diapositive

Wat doe je:
- Spoel kleine wonden schoon onder een zacht stromende kraan
- Geen schoon water, maak oppervlakkige, kleine wonden schoon met huidontsmettingsmiddel(bv chloorhexidine)
- Dep of wrijf de wonden schoon met een washandje of gaasje
- Maak de huid rondom de wond schoon met een ontsmettingsmiddel
- Dek daarna worden af met een steriel gaasje
- Zorg ervoor dat de wond ruim bedekt is
- Voorkom dat verband gaat schuiven
- Schaafwonden hoeven alleen steriel te worden afgedekt als de onder kleding zitten. Je kunt een droge schaafwond beschermen door er een laagje vaseline op te smeren of er een zalfkompres op te leggen. Zo voorkom je dat de wond openbarst.
- Neem contact op met de huisarts als: een wond slecht geneest of pijnlijk blijft, pus uit de wond komt, koorts, vermoeidheidsklachten of verwardheid optreedt.

En deze wond?

Slide 6 - Diapositive


Stap 1: plak de hechtstrip aan een zijde van de wond. Houd met een vinger of duim de strip daar op zijn plaats.
Stap 2: Trek licht aan de strip, zodat de wondranden tegen elkaar aan komen.
Stap 3: Plak de strip aan de andere zijde van de wond
Stap 4: Plak op dezelfde manier zo nodig meerdere strips. Laat tussen elke strip een ruimte van een paar millimeter over
Stap 5: Reinig de huid rondom de wond. Daarna dek je de wond steriel af.

??????

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat stel je vast met brandwonden?
  •     Bij een oppervlakkige verbranding (eerstegraads verbranding): rode, licht gezwollen, droge en pijnlijke huid. De huid is niet stuk.
  •     Bij een ondiepe verbranding (tweedegraads verbranding): een rode, pijnlijke, soms glanzende huid met blaren.
  •     Bij een diepe of volledige verbranding (derdegraads verbranding): een droge, wit perkamentachtige huid of juist een zwarte kleur. Het doet nauwelijks pijn.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je bij een brandwond?
  1. Verwijder direct alle kleding die in de weg zit voor het koelen.
  2. Koel de brandwond direct – bij voorkeur met lauw, zacht stromend kraanwater. Kies de temperatuur die prettig voelt voor het slachtoffer.
Koel de wond tien tot twintig minuten. Richt de waterstraal boven de brandwond. Koel alleen de brandwond en voorkom onderkoeling.
3.Dek de brandwond af met plastic huishoudfolie, steriel verband of een schone doek.
4. Bel 112 of de huisarts.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Wat te doen bij wonden en bloedverlies?
- Laat het slachtoffer liggen bij ernstig bloedverlies.
- Breng zo mogelijk het gewonde lichaamsdeel omhoog.
- Druk een bloedende wond onmiddellijk en minimaal tien minuten dicht. Geef druk rechtstreeks op de wond.
- Uit de wond stekende voorwerpen niet verwijderen. Druk bij bloeding aan weerszijden van het voorwerp op de wond.
- Verwijderen kleren die over het letsel heen zitten. Knip evt. kleding weg als het niet lukt om dit weg te schuiven of uit te trekken.
- Bij botbreuken open knippen, patiënt heeft teveel pijn als je dit wil wegschuiven/uittrekken
- Verwijder indien mogelijk sieraden om knelling te voorkomen. 
- Uitstekende organen afdekken met natte doen, zodat ze vochtig blijven. Niet terug duwen.
- Tetanus injectie toedienen

Bel 112 bij?
Bel 1-1-2 bij
- Ernstig bloedverlies.
- Niet te stelpen bloedingen.
- Wonden waaruit voorwerpen steken.
- Diepe of doordringende wonden, zoals steekwonden, schotwonden.
- Wonden bij botbreuken
- (Dreigende) shock (Bij een (dreigende) shock voelt het slachtoffer zich (meestal na een ongeval) ellendig en ziet er slecht uit. Het slachtoffer heeft een vale huidskleur, is koud en klam/zweterig, dorstig, onrustig, slap en krachteloos.)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer pas je de stabiele zijligging toe?

Slide 12 - Diapositive

• Legt een bewusteloos slachtoffer met een normale ademhaling in de stabiele zijligging
• Draait een slachtoffer uit de stabiele zijligging op de rug bij verslechtering van de ademhaling (sneller, langzamer,
stoppen), om zo de ademhaling te kunnen controleren. Als deze normaal is, draait de eerstehulpverlener het
slachtoffer op de andere zij in stabiele zijligging of houdt de luchtweg vrij met de kinlift

Slide 13 - Diapositive

Ongevalsslachtoffer, slachtoffers met mogelijk wervelletsel
Na een ernstig ongeval mag een slachtoffer niet bewogen worden, behalve om een vrije luchtweg te creëren en bij
gevaar.
De eerstehulpverlener
• Zegt tegen het slachtoffer zich niet te bewegen
• Legt een bewusteloos ongevalsslachtoffer alleen in de stabiele zijligging wanneer de eerstehulpverlener het
slachtoffer moet verlaten om 112 te bellen.
• Houdt bij een op de rug liggend ongevalsslachtoffer de luchtweg vrij met de kinlift of –als dat is geleerd– met de
trauma jaw-thrust
Welke greep is dit en wanneer wordt dit toegepast?

Slide 14 - Diapositive

Verplaatsen uit een gevaarlijke situatie
De eerstehulpverlener
• Verplaatst het slachtoffer uit een gevaarlijke situatie bij voorkeur door het slachtoffer te ondersteunen bij hinkelen of –als lopen of hinkelen niet mogelijk is– met de Rautekgreep. Anders versleept de eerstehulpverlener het
slachtoffer op wat voor manier dan ook (aan kleren, enkels, armen).
Eerste hulp bij verslikken en verstikking
  • Kan je buikstoten altijd toepassen?
  •  wat gebeurt er bij buikstoten?

Slide 15 - Diapositive

Kan je buikstoten altijd uitvoeren
Buikstoten is alleen zinvol indien er sprake is van een ernstige luchtwegbelemmering, dat wil zeggen: wanneer het vreemde voorwerp de luchtweg volledig blokkeert en het slachtoffer niet meer kan spreken of hoesten.

Wat gebeurt er bij buikstoten
Buikstoten zorgt voor drukopbouw in de buik en borstkas, waarmee je probeert het vreemde voorwerp met kracht uit de luchtpijp of slokdarm te duwen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de meest voorkomende symptomen van een anafylactische shock?
A
Huiduitslag
B
Ademhalingsproblemen
C
Zwelling van de keel
D
Lage bloeddruk

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de eerste stap bij het verlenen van eerste hulp bij een anafylactische reactie?
A
Houd de luchtwegen vrij
B
Bel direct 112
C
Geef een adrenaline-injectie
D
Leg de persoon plat neer

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk voedingsmiddel is het meest bekend voor het veroorzaken van anafylactische reacties?
A
Melk
B
Garnalen
C
Tarwe
D
Pinda's

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions