grammar unit 1
1 / 30
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
VERTAAL
Ik ben leuk.
Ik ben leuk.
Slide 2 - Question ouverte
Jullie zijn hier.
Slide 3 - Question ouverte
Is Susan op school?
Slide 4 - Question ouverte
Zijn de huizen duur?
Slide 5 - Question ouverte
Ben ik alleen?
Slide 6 - Question ouverte
Ben is niet hier.
Slide 7 - Question ouverte
Wij zijn niet op school.
Slide 8 - Question ouverte
De leraren zijn niet in de kantine.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Gebruik het juiste vorm van have got.
Schrijf alleen het werkwoord op!
Peter ............ a big house.
Schrijf alleen het werkwoord op!
Peter ............ a big house.
Slide 11 - Question ouverte
Gebruik het juiste vorm van have got.
Schrijf alleen het werkwoord op!
Pupils ................... much homework.
Schrijf alleen het werkwoord op!
Pupils ................... much homework.
Slide 12 - Question ouverte
Gebruik het juiste vorm van have got.
Schrijf alleen het werkwoord op!
Peter ...................... (not) a car.
Schrijf alleen het werkwoord op!
Peter ...................... (not) a car.
Slide 13 - Question ouverte
Gebruik het juiste vorm van have got.
Schrijf alleen het werkwoord op!
We ...................... (not) our books.
Schrijf alleen het werkwoord op!
We ...................... (not) our books.
Slide 14 - Question ouverte
Stel een vraag met HAVE GOT.
Vertaal de zin naar het Engels.
Heeft je zus een hond?
Vertaal de zin naar het Engels.
Heeft je zus een hond?
Slide 15 - Question ouverte
Hebben jullie ouders veel werk?
Slide 16 - Question ouverte
Hebben je broers fietsen?
Slide 17 - Question ouverte
Heb ik genoeg tijd?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Schrijf het getal voluit!
287
287
Slide 20 - Question ouverte
165
Slide 21 - Question ouverte
15
Slide 22 - Question ouverte
224
Slide 23 - Question ouverte
441
Slide 24 - Question ouverte
11
Slide 25 - Question ouverte
38
Slide 26 - Question ouverte
12
Slide 27 - Question ouverte
116
Slide 28 - Question ouverte
793
