Omgeving - Huis - les 1a woordenschat

De omgeving - het huis
Aanvulling op Lowan het huis - les 1b
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De omgeving - het huis
Aanvulling op Lowan het huis - les 1b

Slide 1 - Diapositive

Dit aanvullende thema heeft corresponderende werkbladen in Teams.
De woorden van Lowan worden soms op een wat andere volgorde aangeboden, maar is dit thema bedoeld om gelijktijdig met Lowan aan te bieden.
Het thema maakt deel uit, van het grotere thema rondom 'de omgeving'. Lowan de omgeving kan hierna gegeven worden. 
Nieuwe woorden
Raad de woorden.
Schrijf het woord en de zin in je schrift.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De zolder
De zolder is boven in het huis.

De zolder zit onder het dak.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De woonkamer
Ik zit in de woonkamer. 

In de woonkamer staat vaak een televisie. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De tuin
De tuin is buiten het huis. 

Mijn vader zit als het warm is graag in de tuin.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stad
Kampen is een stad.

Er wonen veel mensen in de stad.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De slaapkamer
Ik slaap in mijn slaapkamer.

Het bed en de kast staan in mijn slaapkamer.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De keuken
De koelkast staat in de keuken.

Mijn broer kookt lekkere pasta in de keuken.


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het huis
Wij wonen in een huis.

Mijn huis heeft twee verdiepingen. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het dorp
Het dorp is niet zo groot.

Het is heel gezellig in het dorp.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bank
Mijn zusje zit op de bank.

Ik zit op de bank een film te kijken.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bungalow
Wij wonen in een bungalow.

Wij wonen met vijf mensen in één bungalow op het AZC.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak les 1 op papier.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions