Basisstof 1 Het voortplantingsstelsel van een man

Het voortplantingsstelsel van een man
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het voortplantingsstelsel van een man
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel


1. Je leert de onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man.

2. Je leert de functies en de kenmerken van het voortplantingsorgaan van de man

3. Je leert hoe een zaadlozing plaatsvindt.




Slide 2 - Diapositive

Opdrachten (huiswerk)
Alle opdrachten bij basisstof 1

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

In de pubertijd beginnen je voortplantingsorganen te werken.
Een jongen krijgt zijn eerste zaadlozing.
De voortplantingsorganen samen noem je het voortplantingsstelsel.

Voorplantingsstelsel 
van de man (schematisch)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Funcies en kenmerken
Leguit en controleer!
Urinebuis: Bij een zaadlozing komt het sperma door de urine naar buiten.
De urinebuis voert ook urine af.
1
Urineblaas. Hierin wordt urine tijdelijk opgeslagen
4
Eikel. Dit is de top van de penis. Deze is erg gevoelig. Aanraken van de eikel is vaak een prikkel waardoor een man opgewonden wordt.
De eikel is bedekt met een dunne huidplooi, de voorhuid.
2
Voorhuid. Een dunne huidplooi over de eikel. 
De huid kan over de eikel worden teruggetrokken
3
Zaadblaasje. Geeft vocht af aan de zaadcellen die in de zaadleiders zitten
5

Slide 9 - Diapositive

Funcies en kenmerken
leguit en controleer!
Teelbal: begint te werken als een jongen ongeveer 13 jaar is.
Ze liggen in de balzak.
8
Teelbal: 
Produceert elke dag miljoenen zaadcellen (spermacellen). Dit zijn de mannelijke geslachtscellen. 
8
Bijballen (liggen in de balzak)
De zaadcellen worden hier tijdelijk opgeslagen.
Balzak.
De temperatuur is iets lager dan de temperatuur in de buikholte. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen.
9
Spermacel. Deze heeft een zweepstaart waarmee hij zich kan voortbewegen. Een man kan tot op hoge leeftijd zaadcellen produceren 
Zaadleiders. Deze vervoeren de zaadcellen. 
Bij de prostaat komen ze uit in de urinebuis.
7
Prostaat. Samen met de zaadblaasjes voegt de prostaat vocht toe aan de zaadcellen. Dat vocht bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen.
Vocht + zaadcellen = sperma
6

Slide 10 - Diapositive

De penis
Tussen de voorhuid en de eikel kan een ontsteking ontstaan. Daarom maakt een jongen of man elke dag de voorheuid en eikel schoon. Bijvoorbeeld bij het douchen. 
De voorhuid schuift hij dan even terug zodat de eikel afgespoeld kan worden.

Soms wordt de voorhuid weggesneden, dat noem je besnijden. Vaak gebeurt dat om een godsdienstige reden, soms heeft het een hygiënische of medische reden.
Voorhuid - Besnijdenis

Slide 11 - Diapositive

Erectie
-Zwellichamen vullen zich met bloed.

Slide 12 - Diapositive

Zaadlozing
Een zaadlozing geeft een man een lekker gevoel. Je noemt dat klaarkomen of het krijgen van een orgasme.

Als een jongen er zelf voor zorgt dat hij klaarkomt, noem je dat zelfbevrediging of masturbatie
Gemiddeld krijgt een jongen op rond de leeftijd van 13 zijn eerste zaadlozing
Sommige jongens krijgen hun eerste zaadlozing 
als ze 11 jaar zijn, anderen als ze 18 jaar zijn.

Slide 13 - Diapositive

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 14 - Quiz

Voortplantingsorganen van een man, wat doet de zaadleider?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe

Slide 15 - Quiz


nr 1 en 2
A
1: urineleider 2: eikel
B
1: urinebuis 2: eikel
C
1: urineleider 2: urineblaas
D
1: urinebuis 2: voorhuid

Slide 16 - Quiz


nr 3 en 4
A
3: voorhuid 4: prostaat
B
3: eikel 4: urineblaas
C
3: eikel 4: prostaat
D
3: voorhuid 4: urineblaas

Slide 17 - Quiz


nr 5 en 6
A
5: prostaat 6: zaadblaasje
B
5: zaadblaasje 6: prostaat
C
5: bijbal 6:zwellichaam
D
5: zwellichaam 6: bijbal

Slide 18 - Quiz


nr 7 en 8
A
7: urinebuis 8: bijbal
B
7: zaadblaasleider 8: eikel
C
7: zaadleider 8: teelbal
D
7: urinebuis 8: teelbal

Slide 19 - Quiz


nr 6
A
voegt vocht toe aan sperma
B
verzamelplaats voor sperma
C
verzamelplaats voor urine
D
zwelt op bij opwinding

Slide 20 - Quiz


nr 7
A
vervoert urine
B
vervoert vocht
C
vervoert vocht met sperma
D
vervoer spermacellen

Slide 21 - Quiz


Bijbal
A
produceren zaadcellen
B
produceren vocht
C
produceren sperma
D
slaan zaadcellen op

Slide 22 - Quiz


nr 1
A
vervoert urine
B
slaat urine op
C
verzamelbuis voor spermacellen
D
vervoert vocht naar vochtblaasjes

Slide 23 - Quiz

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 24 - Quiz

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 25 - Quiz

Hoe groot is de penis van Nederlandse volwassen mannen gemiddeld als hij stijf is?
A
zo groot als een augurk (6 tot 10 cm.)
B
zo groot als een snack komkommer (10 tot 16 cm.)
C
zo groot als een courgette (15 tot 20 cm.)
D
zo groot als een komkommer (20 tot 25 cm.)

Slide 26 - Quiz

De zaadblaasjes en prostaat maken
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen

Slide 27 - Quiz


In de penis zitten spieren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz


Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 29 - Quiz


Met welk nummer is het deel aangegeven dat de penis in erectie brengt?
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 5
D
nummer 6

Slide 30 - Quiz

Zwellichamen

Slide 31 - Question ouverte

Functie teelballen

Slide 32 - Question ouverte

Wat vervoert de urinebuis?

Slide 33 - Question ouverte

Voorhuid

Slide 34 - Question ouverte

zaadleider vervoeren.....

Slide 35 - Question ouverte

Functie bijballen

Slide 36 - Question ouverte

Functie prostaat

Slide 37 - Question ouverte

masturberen

Slide 38 - Question ouverte

Waaruit bestaat sperma?

Slide 39 - Question ouverte

zaadcellen / spermacellen
Dit zijn

Slide 40 - Question ouverte

3 manieren waardoor een zaadlozing kan ontstaan

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Diapositive

Leerdoel


1. Je weet en kunt uitleggen wat  de onderdelen van het voortplantingsorgaan 
   van de man zijn

2. Je weet en kunt uitleggen wat de functies en de kenmerken van het 
    voortplantingsorgaan van de man zijn

3. Je weet en kunt uitleggen hoe een zaadlozing plaatsvindt.




Slide 43 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 44 - Carte mentale

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 45 - Carte mentale