Tekens op het wegdek (les 15)

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 7

Tekens op het wegdek

In deze les leer je:

Veelvoorkomende tekens die op het wegdek staan.

De betekenis van die tekens op het wegdek.

De afspraken in het verkeer

In het verkeer kennen we veel afspraken. Als die afspraken er

niet zouden zijn, dan zouden er ongelukken kunnen gebeuren.

Deze afspraken worden weergegeven met tekens. Als je die

tekens herkent, weet je wat je moet doen in het verkeer.

Zo kun je veilig over straat lopen of fietsen.

Tekens

We kennen 3 soorten tekens:

1. Tekens van mensen.

2. Tekens op het wegdek.

3. Tekens langs de weg.

Deze les gaat het over tekens op het wegdek.

Afspraken

Tekens en verkeersborden geven de afspraken aan die gelden in het verkeer.

Als je de betekenis weet van die tekens en verkeersborden, dan kun je veilig deelnemen in het verkeer.

Er zijn 3 soorten tekens: tekens van mensen, tekens op het wegdek en tekens langs de weg. 

Wat is het eerste
teken dat je ziet?

1. onderbroken markering bij de oversteekplaats.
2. Strepen van het zebrapad.
3. haaientanden
4. Roodgekleurd wegdek.

Wat geven de haaientanden aan?

1. De bestuurder mag doorrijden.
2. De bestuurder moet stoppen.
3. Dat voetgangers hier veilig over kunnen steken.

Welke tekens zie je
na de
haaientanden?

1. onderbroken markering bij de oversteekplaats.
2. Strepen van het zebrapad.
3. haaientanden
4. Roodgekleurd wegdek.

Wat is een zebrapad?

Welke tekens zie
je na het
zebrapad?

1. onderbroken markering bij de oversteekplaats.
2. Strepen van het zebrapad.
3. haaientanden
4. Roodgekleurd wegdek.

Wat is een onderbroken markering bij de oversteekplaats.

1. De auto's mogen hier voor gaan.
2. Dat fietsers hier veilig kunnen oversteken en voorrang hebben.
3. Dat brommers hier veilig kunnen oversteken.

Wat geven de pijlen
op het wegdek aan?

1. De pijlen geven aan waar de verkeerslichten zijn.
2. De pijlen geven richting aan. Ze staan in de voorsorteervakken.
3. De pijlen geven aan waar je moet stoppen.

Na de pijlen volgt een
horizontale,
doorgetrokken streep
op het wegdek.

1. Dit is een stopstreep
2. Dit is een voorsorteerstreep.

Wat geeft de stopstreep aan?

1. Wachten voor de streep totdat je veilig verder kunt.
2. Wachten achter de streep totdat je veilig verder kunt.

Welke tekens zie
je op dit wegdek?

1. stopstreep
2. Een opstelvlak voor fietsers, gekleurd wegdek, haaientanden.
3. haaientanden
4. Een opstelvlak voor fietsers.

Het opstelvlak voor fietsers
wordt afgebakend door
doorgetrokken,
witte strepen.
Wat geven deze doorgetrokken,
witte strepen aan?

1. Auto's moeten voor deze streep stoppen.
2. Auto's moeten voor de eerste streep stoppen. fietsers voor de tweede.
3. haaientanden
4. Een opstelvlak voor fietsers.

Wat geven de
haaientanden op
het wegdek aan?

1. Dat je daar voorrang moet verlenen.
2. Voetgangers daar veilig over kunnen steken.
3. Dat je daar voorrang hebt.

Wat geeft de witte blokmarkering aan?

1. oversteekplaats fietsers
2. oversteekplaats voetgangers

Wat geven de haaientanden op het wegdek aan?

1. fietsers hebben hier voorrang.
2. fietsers moeten voorrang verlenen

Wat geeft het
teken van de fiets
en het rood
gekleurde wegdek
aan?

1. Hier is een fietsstrook.
2. Hier is een fietspad.

Op de foto zie je iets verderop een onderbroken, horizontale lijn.

Wat geeft deze lijn aan?

1. Voetgangers kunnen hier oversteken.
2. Het is een zebrapad.
3. Auto's kunnen hier oversteken.