Kerstbegrippen

Waar denk jij aan bij Kerst?
KERSTBEGRIPPEN
1 / 33
suivant
Slide 1: Carte mentale
NT2Middelbare schoolBasisschoolvmbo, mavo, havoGroep 8Leerjaar 1,2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Waar denk jij aan bij Kerst?
KERSTBEGRIPPEN

Slide 1 - Carte mentale

Kerstman
b
Kerstboom
a
openhaard
c
cadeautjes
d
Kerststal
e
slingers
f
Kerstbal
g
rendier
h
Kerstkaart
i
kaarsen
j
blokken
l
haardvuur
k
slingers
f
Kerstpraatplaat

Slide 2 - Diapositive



Wat is dit?
A
de oliebol
B
de kerstbal
C
de appel
D
de ballon

Slide 3 - Quiz



Wat is dit?
A
de spar
B
de boom
C
de kunstboom
D
de kerstpalm

Slide 4 - Quiz


Wat hoort er in de top
van een kerstboom?
A
het pakketje
B
een kerstbal
C
de piek
D
de kaars

Slide 5 - Quiz



Wat is dit?
A
de bliksemafleider
B
de piek
C
de punt van een hek
D
de bergtop

Slide 6 - Quiz



Wat is dit?
A
het bompakket
B
het voedselpakket
C
het kerstcadeau
D
het kerstpakket

Slide 7 - Quiz



Wat is dit?
A
de slingers
B
de kerstballen
C
de lampjes
D
de piek

Slide 8 - Quiz



Wat is dit?
A
de 1e adventskaars
B
de kerstboomverlichting
C
het noodverlichting
D
de nachtlamp

Slide 9 - Quiz



Wat is dit?
A
de piek
B
de stam
C
de tak
D
de wortel

Slide 10 - Quiz



Wat is dit?
A
de piek
B
de stam
C
de tak
D
de versiering

Slide 11 - Quiz



Wat is dit?
A
het bompakket
B
het voedselpakket
C
het kerstcadeau
D
het kerstpakket

Slide 12 - Quiz


Wat voor naaldboom
is de traditionele kerstboom?
A
cactus
B
speldenboom
C
dennenboom
D
sparrenboom

Slide 13 - Quiz


Wat is dit?
A
de herberg
B
de schaapskooi
C
het hotel
D
de kerststal

Slide 14 - Quiz


Ouders van Jezus
A
Adam en Eva
B
Jan en Johanna
C
Ruth en Boaz
D
Jozef en Maria

Slide 15 - Quiz


Welk dier was zeker
NIET aanwezig
in de stal?
A
rendier
B
ezel
C
kameel
D
os

Slide 16 - Quiz



Wat is dit?
A
de kerstster
B
de kerstbal
C
de kersttol
D
de kerstkrans

Slide 17 - Quiz



Wat is dit?
A
de kerstster
B
de kerstbal
C
de kersttol
D
de kerstkrans

Slide 18 - Quiz



Wat is dit?
A
de kerstster
B
de kerstbal
C
de kersttol
D
de kerstbel

Slide 19 - Quiz



Wat is dit?
A
de kerstkaart
B
de naamkaart
C
de aankondiging
D
de reclamefolder

Slide 20 - Quiz



Wat zijn dit?
A
de nachtkaarsen
B
de theelichtjes
C
de adventskaarsen
D
de waakvlammen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo


Welk feest wordt op de kortste
dag van het jaar gevierd?
A
Sinterklaasfeest
B
Chanoekafeest
C
Midwinterfeest
D
Kerstfeest

Slide 23 - Quiz


In welk jaargetijde viert
men Kerst in Australië ?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 24 - Quiz


Wat vierden de Germanen
met het Joel(Yule)feest?
A
de overwinning
B
de opbrengst van de oogst
C
de Zonnewende
D
de verjaardag van Wodan

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo


Wie is dit?
A
Sinterklaas
B
Kerstman
C
rockster ZZ-Top
D
de Verschrikkelijke Sneeuwman

Slide 27 - Quiz


Wat zegt de kerstman vaak?
A
Ho ho ho
B
Ha ha ha
C
Hihi hi
D
Hehe he

Slide 28 - Quiz


Hoeveel rendieren heeft de kerstman?
A
6
B
8
C
9
D
10

Slide 29 - Quiz


Hoe heet het rendier
met de rode neus?
A
Blitzen
B
Rudolph
C
Vixen
D
Dancer

Slide 30 - Quiz


Wat wordt er met Kerst
vaak verstuurd?
A
een kerststol
B
kerstkaarten
C
een kerstster
D
een kerstboodschap

Slide 31 - Quiz

Welk woord kun je maken?
A L T K N E B S E R L
timer
0:45

Slide 32 - Question ouverte

Welk zin kun je maken?
REEDV  PO  DAERA
timer
0:45

Slide 33 - Question ouverte