220404_2E_wk14 les 1

Ga rustig op je plek zitten:
  • tas op de grond
  • oortjes uit
  • telefoon weg


Pak daarna je leesboek of een tijdschrift en ga 10 minuten lezen.



timer
3:00
timer
10:00
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ga rustig op je plek zitten:
  • tas op de grond
  • oortjes uit
  • telefoon weg


Pak daarna je leesboek of een tijdschrift en ga 10 minuten lezen.



timer
3:00
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Dit gaan we doen
  • terugblik vorige week
  • quiz!
  • zelf werken
  • afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Begrippen uit blok 1 en 2
Persoonsvorm: altijd een werkwoord.
Stam van het werkwoord.
Klankvast en klankveranderend.



spelling tt
spelling vt
spelling voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

De stam van een werkwoord
Het hele werkwoord min -en:
fietsen - fiets-
lopen - lop-
beloven - belov-

De stam is niet altijd hetzelfde als de ik-vorm.

Slide 4 - Diapositive

Spelling in de tegenwoordige tijd
fietsen   ev:  ik fiets, jij +t , hij/zij +t mv: wij/jullie/zij fietsen
lopen   ev:  ik loop, jij +t, hij/zij +t  mv: wij/jullie/zij lopen
beloven   ev: ik beloof, jij +t, hij/zij +t mv: wij/jullie/zij beloven

Slide 5 - Diapositive

Spelling in de verleden tijd
Zit de laatste letter van de stam in het 't ex-kofschip? 
ja: dan -te of -ten
nee: dan -de of -den

voorbeeld:
fietsen stam: fiets- fietste(n)
beloven stam: belov- beloofde(n)

Slide 6 - Diapositive

Spelling van het voltooid deelwoord
Zit de laatste letter van de stam in het 't ex-kofschip? 
ja: dan -t
nee: dan -d

voorbeeld:
fietsen stam: fiets- gefietst
beloven stam: belov- beloofd

Slide 7 - Diapositive

Quiz!
  • Ga naar kahoot.it op je mobiel.
  • Wacht tot de game pin op het bord verschijnt.
  • Vul de game pin in.
  • Vul je naam in... start! 

Slide 8 - Diapositive


Wat ga je doen?
Verder werken aan de taak in Numo: 
oefenen tegenwoordige en verleden tijd.

Afspraak
Werk stil voor jezelf.




Vragen?
Hand opsteken. 

Klaar?
Lezen in je boek (of een tijdschrift).

Slide 9 - Diapositive


Tot woensdag!

Slide 10 - Diapositive