3.2 De opkomst van het nationaalsocialisme

De opkomst van het nationaalsocialisme
Het interbellum
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

De opkomst van het nationaalsocialisme
Het interbellum

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leerdoelen

Herhaling

Uitleg §3.2

Aan de slag

Afsluiting
Vandaag

Slide 3 - Diapositive

...vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen

...beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep

...met voorbeelden op politiek, sociaal en cultureel gebied uitleggen
dat Nazi-Duitsland een totalitaire staat was.
Aan het einde van de les kan je...

Slide 4 - Diapositive

Het interbellum is de periode tussen de Eerste - en de Tweede Wereldoorlog.

In 1918 wordt de Republiek van Weimar opgericht. Zij moesten wel het Verdrag van Versailles ondertekenen. Een groot deel van het volk geloofde in de dolkstootlegende.

Duitsland kon de herstelbetalingen niet meer betalen en stopte daar in 1923 mee. Als reactie bezette Frankrijk het Ruhrgebied. Stakende arbeiders werden gesteund door de regering, met een economische crisis tot gevolg.

Door de invoering van het Dawesplan begonnen de Duitsers
de toekomst weer positief te zien.
Herhaling

Slide 5 - Diapositive

In 1929 ontstond in Amerika door de beurskrach een financiële crisis. 
Omdat Amerika een handelsland is, breidde de crisis uit over de gehele wereld.

Duitsland kreeg extra harde klappen bij deze crisis. 
Herhaling

Slide 6 - Diapositive

§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
Het nationaalsocialisme
Leerdoel:
Je kan vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen.
Begrippen:
nationalisme
Führerprincipe
persoonsverheerlijking
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP)
B
Hitler grijpt de macht
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep.
Begrippen:
dictatuur

C
Duitsland wordt een totalitaire staat
Leerdoel:
Je kan met voorbeelden op politiek, sociaal en cultureel gebied uitleggen dat Nazi-Duitsland een totalitaire staat was.
Begrippen:
totalitaire staat
gelijkschakeling
indoctrinatie
  
militarisme
antisemitisme
  
SA
Gestapo
concentratiekampen
SS

Slide 7 - Diapositive

Wanneer begint de Republiek van Weimar?
A
november 1918
B
juni 1919
C
oktober 1917
D
januari 1919

Slide 8 - Quiz

Interbellum =
A
Periode tussen de 1e en 2e Wereldoorlog.
B
Periode vanaf het begin van de 1e Wereldoorlog.
C
Periode vanaf de 2e Wereldoorlog.
D
Periode van de 1e en 2e Wereldoorlog samen.

Slide 9 - Quiz


Hiernaast zie je Charles Dawes, de bedenker van het herstelprogramma 'het Dawesplan' 

Het Dawesplan werkte goed tot eind 1929.
Welke historische gebeurtenis zorgde ervoor dat het Dawesplan  daarna niet meer werkte?
A
de invoering van het Verdrag van Versailles
B
de bezetting van het Ruhrgebied
C
de inflatiepolitiek van de Duitse overheid
D
de Beurskrach in de Verenigde Staten

Slide 10 - Quiz

Wat is de dolkstootlegende?
A
De Duitse Keizer was verraden door...
B
Volkenbond zonder Duitsland...
C
Republiek Weimar was verraden door...
D
Duitse leger was verraden door...

Slide 11 - Quiz

In Duitsland ontstond het nationaalsocialisme: de politieke stroming van Adolf Hitler.

De partij van Hitler heette de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP).

De aanhangers werden nationaalsocialisten of nazi's genoemd. 
Leerdoel:
Je kan vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen.
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme
Begrippen:
nationalisme
Führerprincipe
persoonsverheerlijking
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP)
  
militarisme
antisemitisme

Slide 12 - Diapositive

1. Nationalisme
  • "Duitsland is het beste land"

  • "Duitsland moet weer sterk en machtig worden!" --> stoppen V.v.V.

  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

  • Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen

Slide 13 - Diapositive

2. Tegen democratie
  • Eén sterke leider (Führer) die alle besluiten neemt en die iedereen gehoorzaamt
    = Führerprincipe

  • Persoonsverheerlijking 
    = leider als soort god vereren

Slide 14 - Diapositive

3. Militarisme

  • Verheerlijken van militaire macht, leger, geweld, strijd en oorlog

Slide 15 - Diapositive

4. Antisemitisme
  • = haat tegen Joden

  • Joden schuldig aan verlies WO I en aan de slechte economie

  • Rassenleer
    ( Arische ras = Übermensen en
    vb. Joden = untermenschen)

Slide 16 - Diapositive

Het nationaalsocialisme heeft verschillende kenmerken:

  1. Tegen democratie: Ze zijn anti-democratisch: ze willen één sterke leider, Der Führer (het Führerprincipe). Er was persoonsverheerlijking.
  2. Er is sprake van antisemitisme: jodenhaat. Ze geloven in rassenleer: het idee dat er verschillende rassen zijn en dat het ene ras beter is dan het andere
  3. Er is sprake van militarisme en 
  4. nationalisme
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme

Slide 17 - Diapositive

Vanwege het nationalisme vonden de nazi's:

  • Dat Duitssprekende mensen in één groot Duitsland thuis hoorden
  • Dat het Duitse volk meer Lebensraum verdiende: leefruimte in het oosten (Polen, Sovjet-Unie, enz.) voor het eigen volk. Andere volken waren minder belangrijk en moesten plaatsmaken. 
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag!
timer
10:00
Tekst
3.2 A: Het nationaalsocialisme
Opdracht 1 t/m 4

Slide 19 - Diapositive

In 1923 ging het slecht met Duitsland (§3.1):
  • Ruhrgebied bezet door Frankrijk
  • Duitse economie stort in door hoge inflatie.

Het volk is negatief over het land en Hitler probeert dat te gebruiken om de macht te grijpen met een staatsgreep. 

Deze staatsgreep mislukt, Hitler krijgt een gevangenisstraf van 5 jaar. Na 6 maanden komt hij alweer vrij.

In de gevangenis schreef hij zijn boek Mein Kampf
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep.
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht
Begrippen:
dictatuur

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Ook Duitsland kreeg te maken de economische wereldcrisis die zijn hoogtepunt in 1933 kende: 8 miljoen werklozen.

Daarnaast had de Republiek van Weimar verschillende keren een nieuwe regering gekregen. Geen van deze regeringen wist de economische crisis op te lossen. 

Hitler beloofde de werkloosheid aan te pakken door te stoppen met de herstelbetalingen. 
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht

Slide 22 - Diapositive

In 1933 werd de NSDAP zo groot dat Hitler kon meeregeren.

Toen de Rijkstag (regeringsgebouw) in brand werd gestoken, gaf Hitler de communisten de schuld.

De noodtoestand werd uitgeroepen. Hitler kon nu overal in het land socialisten en communisten (zijn grootste tegenstanders) oppakken.

Communistische kranten en organisaties werden verboden. 
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht

Slide 23 - Diapositive

In 1933 liet Hitler ook nieuwe verkiezingen houden. De NSDAP kreeg 44% van de stemmen. 

Met hulp van twee andere partijen kon Hitler het parlement afschaffen: de democratie werd afgeschaft. 

Duitsland werd een dictatuur
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!
timer
10:00
Tekst
3.2 B: Hitler grijpt de macht
Opdracht 5 t/m 10

Slide 25 - Diapositive

Duitsland werd een totalitaire staat: het leven van de inwoners wordt volledig beheerst door de staat.

Er was geen ruimte voor mensen met andere ideeën.
Leerdoel:
Je kan met voorbeelden op politiek, sociaal en cultureel gebied uitleggen dat Nazi-Duitsland een totalitaire staat was.
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
C
DeBoze burgers
Duitsland wordt een totalitaire staat
Begrippen:
totalitaire staat
gelijkschakeling
indoctrinatie
  
SA
Gestapo
concentratiekampen
SS

Slide 26 - Diapositive

Om een nationaalsocialistisch land te maken, kwamen organisaties en media onder directe controle van de nazi's.

Dit heet gelijkschakeling:
  • Alle politieke partijen (behalve NSDAP) werden verboden)
  • Rechters stonden onder controle
  • Joodse Duitsers verloren hun baan
  • Alle media (radio, kranten) kwamen onder controle
  • Alle organisaties onder leiding van nationaalsocialisten
  • Er was propaganda en indoctrinatie: de mening van de nazi's werden opgedrongen aan anderen
  • Alle jeugdorganisaties werden opgeheven en vervangen voor de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel. De jeugd werd hier gehersenspoeld. 
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
C
DeBoze burgers
Duitsland wordt een totalitaire staat

Slide 27 - Diapositive

De nazi's gebruikten terreur (bangmakerij):

  • De Gestapo was de geheime politie. Ze bedreigden politieke tegenstanders en sloten ze op in concentratiekampen.
  • De SA was een bewapende knokploeg die tegenstanders intimideerde of in elkaar sloeg.
  • De SS begon als lijfwacht van Hitler, maar werd later een organisatie die de vervolging van de joden organiseerde. 
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
C
DeBoze burgers
Duitsland wordt een totalitaire staat

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag!


Wat:                3.2 1 t/m 15
Klaar?             Check of je 3.1 ook helemaal af hebt
Alles klaar?    Kom het  mij laten zien.
timer
20:00

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Bovenste vak
De postzegel is gemaakt om een gebeurtenis uit 1923 te herdenken, die belangrijk was voor de nazi’s.

Welke gebeurtenis wordt herdacht?

AFSLUITING
Op de postzegel staat
(van boven naar beneden):
Herdenk 9 november 1923!
Het Duitse Rijk
Onderste vak
Geef een goede omschrijving van het begrip indoctrinatie

Slide 40 - Diapositive