Code+ deel 1 Herhaallessen

Herhaallessen Code+ deel 1
Herhalen van woordenschat, grammatica en 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaallessen Code+ deel 1
Herhalen van woordenschat, grammatica en 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 1: Wie ben jij?
Grammatica:
1. het pronomen personale als subject
2. het presens
1. ‘Hebben’ en ‘zijn’ in het presens
2. Hoofdzin 1: subject en persoonsvorm



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zij  .......                 mevrouw de Jonge. 
Hij ......                  twee zussen. 
Ik   ......                  Maria.
Wij ........                een auto. 
Ik    .....                  geen boek. 
Jullie .....              meneer en mevrouw Jansen.
U ......                    de huisarts.
bent
heb
ben
zijn
heeft
is
hebben

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

81
14
42
35
53
208
drieën-vijftig
eenen-tachtig
vijfen-dertig
twee-honderd-acht
veertien
tweeën-veertig

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

achternaam
voornaam
straat
huisnummer
postcode
plaats
geboortedatum
geslacht
9 oktober 2012
2345 AZ
15
van Veerbergen
Johannus
man
Meppelweg
Den Haag

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 2: Te laat!
Grammatica:
- Vraagwoordenvragen
- Hoofdletters en leestekens



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de woorden

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maandag,
____1____, ___2____, donderdag, ___4___ ___5____, zondag

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

januari
september
oktober
mei
november
maart
juli
februari
december
augustus
april
juni

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is vier uur.
Het is half één.
Het is kwart over acht.
Het is kwart voor twee.

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

.... ben jij?
A
Waarom
B
Wie
C
Hoe

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.... is uw telefoonnummer?
A
Wie
B
Waar
C
Wat

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.... is het pauze?
A
Wanneer
B
Waarom
C
Wat
D
Hoe

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbeter de zin met hoofdletters en punten.

morgenkomtmevrouwvanveennaardenhaag

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 3: Wat eten we vanavond?
Grammatica:
- de zin
- het artikel
- de negatie



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de woorden

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maarten is dol op pasta. 
Mike lust geen pasta.  
Mieke houdt niet van rijst
Maartje vindt rijst lekker. 

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak 3 vraagzinnen. 
?
?
?
drink
appels
hij
thee
jij
vinden
jullie
vis lekker?
eet

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik eet                      salami op mijn boterham. 
Mijn vader leest                   krant in de ochtend. 
Ik ben                gefeliciteerd op mijn verjaardag. 
Wij schrijven                 verjaardagen op een kalender.
Mijn kinderen willen                     naar bed.
Rafiq praat                  over school tegen zijn ouders. 
niet
geen
niet
niet
niet
niet
niet
geen
geen
geen
geen
geen

Slide 20 - Question de remorquage

Nieuwe leerlingen mogen dit met behulp van google translate maken, om toch mee te kunnen doen met de les. 

Is er in hun taal ook een onderscheid tussen 'geen' en 'niet'