Zintuigen - oog

Zintuigen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Wat is een zintuig (in het algemeen)?

Slide 2 - Question ouverte

Welke 5 zintuigen zijn er?

Slide 3 - Question ouverte

Zintuig: zien
  • Oog neemt waar: prikkel
  • Impuls gaat naar de hersenen
  • Hersenen interpreteren waarneming

Slide 4 - Diapositive

Welke prikkel hoort bij welk zintuig?
Reuk
Proeven
Horen
Voelen
Smaak
Tast
Geur
Geluid

Slide 5 - Question de remorquage

Zintuigen algemeen
1. Prikkel wordt waargenomen door zintuig
2. Zintuig stuurt impuls naar de hersenen
3. Hersenen interpreteren prikkel


Slide 6 - Diapositive

Vandaag: Zien

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Gezichtsbedrog
• Je ziet dingen, die in werkelijkheid anders zijn 

 • Je hersenen vertalen iets wat je ziet naar iets dat je kent, waardoor verschillende interpretaties ontstaan

-->Je kan niet alles met je ogen waarnemen





Slide 9 - Diapositive

Wist je dat ... ?
  • Je kan niet niezen met je ogen open

Slide 10 - Diapositive

Wist je dat ... ?
  • Je kan niet niezen met je ogen open
  • De meest voorkomende oogkleur is bruin

Slide 11 - Diapositive

Wist je dat ... ?
  • Je kan niet niezen met je ogen open
  • De meest voorkomende oogkleur is bruin
  • Iedereen is kleurenblind bij de geboorte

Slide 12 - Diapositive

Wist je dat ... ?
  • Je kan niet niezen met je ogen open
  • De meest voorkomende oogkleur is bruin
  • Iedereen is kleurenblind bij de geboorte
  • Je hebt twee ogen zodat je diepte kan zien

Slide 13 - Diapositive

De blinde vlek
  • Waar zenuwen samen komen om je oog te verlaten
  • Op de blinde vlek zitten GEEN receptorcellen
  • De blinde vlek wordt ingevuld door je hersenen m.b.v. overlappend beeld van je andere oog

Slide 14 - Diapositive

Testje blinde vlek
Teken het volgende op een blaadje:

Doe je linkeroog dicht terwijl je naar
 de + kijk en beweeg naar voren. Op een gegeven moment zal de stip verdwijnen (daar zit je blinde vlek)
Doe hetzelfde met je rechteroog dicht terwijl je naar de stip kijkt.

Slide 15 - Diapositive

Het Oog: paar onderdelen (BINAS 87C)

Slide 16 - Diapositive

Zien
Het oog:

Adequate prikkel    =>      licht
Het licht valt door de lens en op een specifiek punt op je netvlies

Slide 17 - Diapositive

Je lens buigt lichtstralen om zodat ze op de kop op een stukje netvlies vallen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Scherp stellen
Als een voorwerp dichterbij of verder weg is veranderen er 3 dingen om scherp te kunnen zien:
  • Draaiing van de ogen
  • De pupilgrootte veranderd -->groter of kleiner bij meer licht?
  • Accomodatie van de lens -->boller of platter worden



Slide 20 - Diapositive

Pupilreflex
Licht valt door de pupil

De pupil regelt hoeveel licht op het netvlies valt
Veel licht: pupil wordt kleiner
Weinig licht: pupil wordt groter


Slide 21 - Diapositive

Pupilgrootte verandering
  • Gebruik van alcohol of drugs
  • Seksuele opwinding
Beide slaan hier op de functie van bepaalde hormonen (adrenaline of oxytocine bijvoorbeeld)
  • Overmatige zenuwstimulatie (bijv. tijdens een epileptische aanval)
  • Hersendood/traumatisch hersenletsel

Slide 22 - Diapositive

Voorwerp verplaatst: Accomoderen nodig
Platter/boller worden van de lens

Slide 23 - Diapositive

Bril/lenzen
Bijziend (-)
1. Te bolle lens
2. Te lang oog
Verziend (+)
1. Te platte lens
2. Te kort oog

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien