Unit 4 les 2 (overhoring, tag questions uiteg)

Lesson 2 unit 4
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesson 2 unit 4

Slide 1 - Diapositive

Today:
Homework check
Overhoring
opdr. 6 (4.2)
uitleg grammar: question tags
opdr. 7+8 (4.2)

Goal:

Je kunt een korte vraag maken. 

Je kunt de juiste vorm van to be kiezen.

Slide 2 - Diapositive

Test

Slide 3 - Diapositive

Vertaal naar Engels:
gooien

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
ice rink

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
helm

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
referee

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
vangen

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
to skate

Slide 9 - Question ouverte

Ik heb me goed voorbereid op het leerwerk:
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Sondage

Grammar Question tags.
Pak je aantekeningenschrift.
Zoek on

Slide 11 - Diapositive

Tag questions?!
Wat zijn dat? 
Korte vragen aan het einde van een zin.
In het Nederlands zeg je vaak: 'toch?'

You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?

Slide 12 - Diapositive

Tag questions
Het werkt als een soort batterij.
Je hebt een + en een - deel in de zin. Kijk maar:


You are Dave, aren't you?


Slide 13 - Diapositive

Hoe maak je een korte vraag na de komma:
Schrijf am/are/is op en maak het negatief of positief.
Zet het persoonlijk voornaamwoord erachter. (I, You, he enz.)

You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?
We aren't going ice skating, arwe?

Slide 14 - Diapositive

Uitzondering!
Bij am kun je geen amn't maken. Dan schrijf je: aren't
I am your friend, aren't I?
I am not your friend, am I?

Slide 15 - Diapositive

Quiz time!

Slide 16 - Diapositive

Question Tags
Welke zin is correct?
A
Tom is very strong, is he?
B
Tom is very strong, isn't he?

Slide 17 - Quiz

She is your boss, .............?
A
aren't she
B
amn't she
C
isn't she?

Slide 18 - Quiz

We are home late, ............?
A
aren't we
B
amn't we
C
isn't we

Slide 19 - Quiz

I am the best teacher in the world, .............?
A
aren't I
B
amn't I
C
isn't I

Slide 20 - Quiz

She is very pretty, .........?
A
is she
B
she is
C
isn't she
D
she isn't

Slide 21 - Quiz

There is a car outside, ..........?
A
there isn't
B
is there
C
isn't there
D
are there

Slide 22 - Quiz


Pete and Sue are late, ...?
A
are they
B
aren't they
C
are she
D
aren't she

Slide 23 - Quiz

Ik snap hoe je een question tag moet maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Online aan het werk met Leswerk:
§4.2 ONLINE
Opdr. 6, 7, 8

Klaar?: Gemist werk inhalen:
§4.1 ONLINE: opdr. 1, 2, 3
§4.2 ONLINE: opdr. 1, 2, 3

HW volgende les:
§4.2  Opdr. 4, 5, 9 + leerwerk in SOM

Slide 25 - Diapositive