hart- en vaatziekten

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Hartaandoeningen
Angina pectoris (gedeeltelijke afsluiting)                                             Acuut coronair syndroom (hartinfarct en instabiele AP)
Stabiel en instabiel  









        Ventrikel hypertrofie                                                                           decompensatio cordis 
                                                                                                                                     hartfalen
                                                                                                                                links en rechts
  
Oorzaak
Diagnose
Symptomen
Behandeling

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

hoge bloeddruk

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

slagader verkalking

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

hartinfarct... beroerte
1
2
3

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Hartritme stoornis

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Hartfalen
Hartfalen is een chronische ziekte. De pompfunctie van het hart werkt niet meer goed. Bij deze ziekte gaat het hart langzaam achteruit. De meest voorkomende oorzaken zijn een doorgemaakt hartinfarct en een langdurige hoge bloeddruk. 

Slide 14 - Diapositive

Symptomen Hartfalen
De klachten en de ernst van de klachten verschillen per patiënt. De volgende klachten komen vaak voor bij patiënten met hartfalen:
  • vermoeidheid;
  • kortademigheid (vooral bij inspanning);
  • gewichtstoename van twee kilo of meer in drie dagen;
  • opgezette benen en enkels;
  • koude handen en voeten;
  • een vol gevoel in de bovenbuik;
  • verminderde eetlust;
  • kriebelhoest (vooral bij plat liggen);
  • duizeligheid;
  • verstopping van de darmen;
  • onrustig slapen en ’s nachts vaak moeten plassen;
  • hartkloppingen;
  • geheugen- en concentratieproblemen.  

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Mensen die te zwaar zijn, hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Waardoor vergroot je je kans op hart- en vaatziekten
A
Niet drinken
B
Niet roken
C
Niet sporten
D
Niet stressen

Slide 18 - Quiz

Mensen met overgewicht hebben een kleinere kans op het krijgen van hart- en vaatziekten dan mensen met een gezond gewicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de stof die zorgt voor hart- en vaatziekten?
A
Zetmeel
B
Cholesterol
C
Suiker
D
Pindakaas

Slide 20 - Quiz

8. Hoe noemen we een verstopping in de bloedvaten van de hersenen?
A
hartinfarct
B
beroerte

Slide 21 - Quiz

Wat is geen signaal van een beroerte?
A
hangende mond
B
uitvallen van de voet
C
verwarde spraak
D
rechter boven helft verlamd

Slide 22 - Quiz

Hoe noemen we het als een kransslagader in het hart verstopt raakt?
A
beroerte
B
herseninfarct
C
hartinfarct
D
hartkramp

Slide 23 - Quiz

Wat is gevaarlijker? te hoge of te lage bloeddruk?
A
Hoge bloeddruk
B
Lage bloeddruk

Slide 24 - Quiz

Heeft iemand die regelmatig eventjes duizelig wordt als hij uit bed stapt last van lage of hoge bloeddruk?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 25 - Quiz