8.2 Je ademt

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

8.2 Je ademt 

Open lesson-up 

Log in met de code

Wat gaan we vandaag doen? 

Paragraaf 8.1 herhalen

Paragraaf 8.2 bespreken

Zelfstandig werken

Wat weet je nog?

Herhaling paragraaf 8.1

De organen

Kan jij de organen benoemen? 

Steek je hand in de lucht als je het weet!

Cellen

Je cellen bestaan uit verschillende onderdelen. 

Wat is de functie van deze onderdelen?

Hoe komen je spieren aan energie?

                               Energie nodig om samen te trekken

                               Energie uit energierijke stoffen (glucose)

                              Verbranding van glucose --> energie

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus

neusholte, mondholte, luchtpijp, long

bloedvaten, hart

nier, urineleider, blaas, urinebuis

hersenen, ruggenmerg, zenuwen

Bloedvatenstelsel

Ademhalingsstelsel

Verteringsstelsel

Uitscheidingsstelsel

Zenuwstelsel

Vul de verbranding in:
..............+...............-> ..............+...............+................

Paragraaf 8.2 Je ademt 

Bladzijde 76 

Hoe haal je adem?

De longen liggen binnen in je borstkas.

Als je inademt, worden je longen groter:

ribben omhoog en middenrif plat → borstkas groter → longen groter → lucht in de longen.

Als je uitademt, worden je longen kleiner:

ribben omlaag en middenrif bol → borstkas kleiner → longen kleiner → lucht uit de longen.

Borstademhaling: je ribben bewegen.

Buikademhaling: je middenrif beweegt.

Hoe komt lucht in je longen?

De weg van lucht: 

neusholte → keelholte → luchtpijp → bronchiën → luchtpijptakjes → longblaasjes.

In de luchtpijp en bronchiën zitten kraakbeenringen. Die houden de luchtpijp en bronchiën open.

Hoe komt zuurstof in je bloed?

Om de longblaasjes zitten haarvaatjes.

Zuurstof gaat vanuit de longblaasjes naar het bloed.

Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de longblaasjes.

Ademen... door je neus of toch door de mond?

Neus ademhaling

Neus haren houden grove deeltjes tegen met het neusslijmvlies. Hieraan blijven fijne stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven. Trilhaarcellen verplaatsen het slijm naar de keelholte.

• Je neus "keurt" de lucht
• Je neus houdt stof tegen
• Ingeademde lucht wordt vochtig en warm

Waarom moet je ademhalen door je neus? 

Slijmvlies

• De binnenkant is bekleed met slijmvlies.
• In het slijmvlies zitten slijmcellen die slijm maken

• en trilhaarcellen met trilharen.
  

Welke voordelen heeft een neusademhaling vergeleken met mondademhaling? Noem 3 punten.

Aan de slag

Maak opdracht 3 tot en met 20 van paragraaf 8.2

Paragraaf 8.1 moet nu af zijn. (opdracht 3 t/m 20)

Klaar? Maak zelf samenvatten en Test Jezelf van paragraaf 8.1 en 8.2