Hoe vaak?

Hoe vaak doe je iets?
altijd = elke keer
meestal = bijna elke keer, soms niet
vaak / dikwijls= meer wel dan niet 
soms / af en toe = meestal niet, soms wel
nooit = het gebeurt niet

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Secundair onderwijs

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe vaak doe je iets?
altijd = elke keer
meestal = bijna elke keer, soms niet
vaak / dikwijls= meer wel dan niet 
soms / af en toe = meestal niet, soms wel
nooit = het gebeurt niet

Slide 1 - Diapositive

Kom jij op tijd in de les?
Altijd
meestal
vaak
af en toe
nooit

Slide 2 - Sondage

Studeer je thuis?
Altijd
meestal
vaak
af en toe
nooit

Slide 3 - Sondage

Spreek je Nederlands op de speelplaats?
Altijd
meestal
vaak
af en toe
nooit

Slide 4 - Sondage

Voetbal je tijdens de pauze?
Altijd
meestal
vaak
af en toe
nooit

Slide 5 - Sondage

Praat je in de les?
Altijd
meestal
vaak
af en toe
nooit

Slide 6 - Sondage

Begrijp je de leerkracht?
Altijd
meestal
vaak
af en toe
nooit

Slide 7 - Sondage

Kom je met de fiets naar school?
Altijd
meestal
vaak
af en toe
nooit

Slide 8 - Sondage

Wat doe jij elke dag?

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin:
Elke dag ...

Slide 10 - Question ouverte

Wat doe jij nooit?

Slide 11 - Question ouverte

Maak een zin:
Ik ... nooit ...

Slide 12 - Question ouverte

Wat doe je elke zaterdag?

Slide 13 - Question ouverte

Maak een zin:
Elke zaterdag ...

Slide 14 - Question ouverte

Maak een zin met 'meestal':
Op school ...

Slide 15 - Question ouverte

Maak een zin met 'af en toe':
Thuis ...

Slide 16 - Question ouverte