2V Titel, personages en perspectief

Fictiebegrippen
Titel
Personages
Perspectief
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fictiebegrippen
Titel
Personages
Perspectief

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Titelverklaring
Welke tegenstelling vind je in het samengestelde woord Confettiregen? 

Slide 3 - Diapositive

Lees of luister naar het woord vooraf uit Confettiregen

Slide 4 - Diapositive

Titelverklaring
Verklaar de titel. 

Betrek de informatie uit het woord vooraf waar je naar geluisterd hebt en de informatie over de betekenis van het woord. 

Slide 5 - Diapositive

Personages
  • Hoofd- en bijpersonen
  • Rolverdeling tussen de personages
  • Uiterlijke kenmerken
  • Karaktereigenschappen
  • Ontwikkeling van de  hoofdpersoon in het verhaal


Slide 6 - Diapositive

Lees h1 en 2 uit Confettiregen
Let specifiek op informatie die je krijgt over de personages. 
Maak eventueel aantekeningen over opvallende zaken. 

Kopie van het boek vind je in Magister. 
10 min. 

timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Gedachten over de personages

Slide 8 - Diapositive

Perspectief
  • Alwetende verteller: staat buiten het verhaal en weet van iedereen de gedachtes en handelingen, geeft omschrijvingen van alles wat er gebeurt. 
  • Personale verteller(hij/zij/jij/wij): binnen het verhaal waarbij je de gedachtes van 1 persoon leest.
  • Ik-verteller: binnen het verhaal, alles vanuit 1 persoon, de ik-verteller. 


NB: 
Vaak is de alwetende verteller afgewisseld met de personale verteller. 
Dialogen moet je niet bekijken voor het bepalen van het perspectief. 

Slide 9 - Diapositive

Hendrick de Hollandsche Indiaan – Bianca Mastenbroek

Met grote passen verdween vader. Hendricks grootspraak verdween nog sneller. Dat hij thuis in alle rust moeiteloos een doel kon raken op vijftig passen afstand, betekende hier niets. Hij had immers nog nooit op een levend, bewegend wezen geschoten.
Van vader had hij de opdracht gekregen om de rivierzijde te bewaken.


Benoem het perspectief.
A
Alwetende verteller
B
Ik-verteller
C
Personale verteller

Slide 10 - Quiz

Afblijven - Carry Slee

Wat kan hij daar niet allemaal voor doen. Jordi heeft zin om het te vieren. Zal hij nog even naar het Kooltuintje gaan? Zijn vrienden zitten er vast nog. Elke vrijdag drinken ze daar iets om de week af te sluiten. Dan kan hij Kevin ook meteen te pakken nemen.


Benoem het perspectief.
A
Alwetende verteller
B
Ik-verteller
C
Personale verteller

Slide 11 - Quiz

H@ack – Het instituut – Mirjam Mous

De tracker op mijn camphone heb ik thuis al uitgezet en ik zie nergens bewakingscamera’s of brave verklikkkers die me kunnen betrappen. Alleen een simpel bord met strenge letters: VERBODEN TE BETREDEN, NATUURGEBIED. Voor de lol maak ik er een camfie van.


Benoem het perspectief.
A
Alwetende verteller
B
Ik-verteller
C
Personale verteller

Slide 12 - Quiz

Wat doet het perspectief in het gelezen fragment van Confettiregen met jouw leesbeleving?

Slide 13 - Question ouverte