Toets hoofdstuk 6

TOETS VMBO 
HFDSTK 6
  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

TOETS VMBO 
HFDSTK 6
  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

Slide 1 - Diapositive

Welke overheid is verantwoordelijk voor de volgende zaken?

Het ophalen en legen van de afvalcontainers en/of vuilniszakken.
A
Gemeente
B
Provincie
C
Het Rijk

Slide 2 - Quiz

Welke overheid is verantwoordelijk voor de volgende zaken?

Waar steden en dorpen mogen uitbreiden en waar recreatiegebieden komen.
A
Gemeente
B
Provincie
C
Het Rijk

Slide 3 - Quiz

Van de volgende voorzieningen horen er drie bij de collectieve sector. Welke hoort er niet bij?
A
Basisschool
B
Tankstation
C
Verkeerslichten
D
stadsboerderij

Slide 4 - Quiz

Hieronder staan vier voorzieningen waarvan Nathalie gebruikmaakt:
 Welke van deze voorzieningen zijn collectieve voorzieningen? Sleep de juiste voorzieningen naar het vak hieronder.

Collectieve voorzieningen
 een basisschool;

 een benzinestation; 

 een marktplein;  

 een sportschool. 

Slide 5 - Question de remorquage

Sam is werknemer bij de Dienst Plantsoenen en Bosbeheer van de Gemeente Nijmegen. Hij zorgt onder andere voor het onderhoud van kinderspeelplaatsen. Hij krijgt zijn salaris van de overheid.
Geef aan welke inkomsten de overheid hiervoor gebruikt.

A
belastinggeld
B
sociale premies
C
subsidies

Slide 6 - Quiz

N.V. Nederlandse Gasunie is transporteur van aardgas. Het is een op winst gericht bedrijf dat eigendom is van de overheid. Geef aan in welke sector Gasunie zit:

A
de collectieve sector
B
de gesubsidieerde sector
C
de particuliere sector

Slide 7 - Quiz

Bekijk het cirkeldiagram bij deze vraag.
Bereken hoeveel banen er zijn in de particuliere
sector in Nederland.
Geef de berekening.

Slide 8 - Question ouverte

De overheid betaalt onder meer Demi voor haar werk bij Duo. Duo is
de organisatie die de uitkeringen en leningen aan studenten regelt.
Ze verdient € 1.810 per maand, maar is hier niet tevreden mee.
Demi zou meer willen verdienen.
Geef aan welke minister over Duo gaat.
Kies uit de ministersposten in het cirkeldiagram.

Slide 9 - Question ouverte

Af en toe mankeert er wat aan het spoorwegnet.
Er is bijvoorbeeld een wissel of een sein kapot.
Dan rijden de treinen met vertraging. Dit kan
aanleiding zijn voor parlementsleden om vragen te stellen.
Geef aan welke minister deze vragen moet beantwoorden.

A
de minister van Financiën
B
de minister van Infrastructuur en Milieu
C
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Slide 10 - Quiz

Amir heeft € 7.000 uitgeleend aan de staat.
De minister van Financiën betaalt 2,7% rente per jaar over deze lening.
Bereken hoeveel rente Amir gemiddeld per maand van de minister krijgt. Geef de berekening.

Slide 11 - Question ouverte

Is de volgende bewering juist of onjuist?

De contributie die leden van de hockeyclub betalen wordt lager door een gemeentelijke subsidie.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Bepaalde groepen mensen krijgen een sociale uitkering. 
 Volgens welke wet krijgen zij een uitkering, de AOW, de WIA of de WW?
Sleep de wetten waarvolgens de groepen hieronder een uitkering krijgen naar de juiste groep mensen. 

arbeidsongeschikten
gepensioneerden
werklozen
AOW
WIA
WW

Slide 13 - Question de remorquage

Bekijk het staafdiagram. Bauwko is een alleenstaande
met bijstand. Hij gaat samenwonen met Sofie. Sofie
heeft geen inkomen of spaargeld.
Geef aan hoeveel bijstand Bauwko en Els per maand krijgen.

Slide 14 - Question ouverte

Jeroen is volledig arbeidsongeschikt. Daarom krijgt hij een Wajong-uitkering van 75% van het minimumloon. Het minimumloon is € 1.524,60.
Bereken hoeveel inkomsten Jeroen per maand heeft. Geef de berekening.

Slide 15 - Question ouverte

Maak onderstaande tekst compleet door de juiste woorden te kiezen.


Ieder jaar op....................................leest de koning de .......................................voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
De verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk staan in de ............................................ In de ............................................ staat een toelichting hierop, waarin de regering uitlegt welke keuzes zij gemaakt heeft.
Keuzeveld 1:
Keuzeveld 2:
Keuzeveld 3:
Keuzeveld 4:
Koningsdag
Prinsjesdag
miljoenennota
rijksbegroting
troonrede
miljoenennota
rijksbegroting
troonrede
miljoenennota
rijksbegroting
troonrede

Slide 16 - Question de remorquage