Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
19. Descripciones
telefoon
1 / 53
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
53 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
telefoon
Slide 1 - Diapositive
¿Qué tal la clase?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
1. cuadernos
2. libretas
Y
Slide 4 - Diapositive
bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, la mesa y la silla
2. neem je libreta en je cuaderno van het vak
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt
4. aan het einde van de les gaan wij altijd feedback geven
Slide 5 - Diapositive
zitplan
docent
Jagger
Liam
Jayani
Anbar
Moshab
Selma
Lena
Moshab
Miglia
Bart
Markus
Mariam
Amin
Maxim
Julia
Boaz
Chris
Jayani
Natalie
Noa
Lena
Bektas
muur
Slide 6 - Diapositive
3min
Slide 7 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je het gezicht van iemand beschrijven
wij leren "wat is dit/wat is dat" te zeggen
Je ofent de vervoeging van "TENER"
Slide 8 - Diapositive
hoy es [dag], [nr] de [maand]
1. partes del cuerpo: la cara
2. la cara
3. los ojos
4. el pelo
5. EXIT ticket: ik heb + ogen+ kleur
Slide 9 - Diapositive
¿qué partes del cuerpo conoces?
welke lichaamsdelen ken je in het Spaans?
Slide 10 - Question ouverte
Partes del cuerpo
Slide 11 - Diapositive
2. la cara
1. partes del cuerpo: la cara
2. la cara
3. los ojos
4. el pelo
5. EXIT ticket: ik heb + ogen+ kleur
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
2. la cara
1. partes del cuerpo: la cara
2. la cara
3. los ojos
4. el pelo
5. EXIT ticket: ik heb + ogen+ kleur
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
ogen: werkwoord tener + los ojos + kleur
hebben de ogen groen
ik heb
tengo
jij hebt
tienes
hij/zij heeft
tiene
wij hebben
tenemos
julllie hebben
tenéis
zij hebben
tienen
+
los
ojos
verde
s
azul
es
marron
es
negro
s
Slide 18 - Diapositive
VRAGEN:
- Welke kleur hebben je ogen?
- De qué _________ _________ ________ ________?
ojos
color
tienes
los
Slide 19 - Diapositive
¿De qué color tienes los ojos?
¿Qué palabras conoces?
Slide 20 - Diapositive
escucha y levántate
- tengo los ojos azules
- tengo los ojos marrones
- tengo los ojos verdes
- tengo los ojos negros
- tengo los ojos grises
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Karakter beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord....
Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.
Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta.
Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.
Llevar gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft.
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules.
A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener
Slide 23 - Quiz
Mi tía María ..................., con los ojos de color ......................
A
Mi tía María es muy feíta, con los ojos de color café
B
Mi tía María es muy bonita, con los ojos de color café
C
Mi tía María es muy bonita, con los ojos de color chocolate
D
Mi tía María es muy rubita, con los ojos de color café
Slide 24 - Quiz
Su mamá tiene los ojos ........y el pelo ..........
A
Su mamá tiene los ojos negros y el pelo negro
B
Su mamá tiene los ojos verdes y el pelo negro
C
Su mamá tiene los ojos azules y el pelo rubio
D
Su mamá tiene los ojos azules y el pelo negro
Slide 25 - Quiz
Vul het juiste antwoord in:
Carmen .............. los ojos azules (carmen heeft blauwe ogen)
A
son
B
tiene
C
está
D
tienes
Slide 26 - Quiz
Tiene los ojos..........
A
azules
B
verdes
C
azul
D
verde
Slide 27 - Quiz
Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
Los ojos ..... (marron)
A
marronas
B
marrones
C
marrons
Slide 28 - Quiz
Haarkleur beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven
Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.
Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta.
Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.
Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft.
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules.
A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener
Slide 29 - Quiz
meervoud/ enkelvoud:
Tú tienes los ojos....
A
marrons
B
verdes
C
azuls
D
azulos
Slide 30 - Quiz
mi madre ________ los ojos
A
verde
B
es
C
tiene
D
tengo
Slide 31 - Quiz
4. El pelo
1. partes del cuerpo: la cara
2. la cara
3. los ojos
4. el pelo
5. EXIT ticket: ik heb + ogen+ kleur
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
¿de qué color tienes el pelo?
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
EXIT TICKET
1. partes del cuerpo: la cara
2. la cara
3. los ojos
4. el pelo
5. EXIT ticket: ik heb + ogen+ kleur
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Diapositive
exit ticket
¿de qué color tienes los ojos?
Slide 46 - Diapositive
grande pequeño/a
Slide 47 - Diapositive
gordo - gorda
delgado - delgada
Slide 48 - Diapositive
feo - fea
guapo -guapa
bonito - bonita
Slide 49 - Diapositive
joven - joven
viejo-vieja (wij zeggen viejito-viejita om het met liefde te zeggen)
Slide 50 - Diapositive
listo -lista= slim
inteligente = intelligent
tonto - tonta = dom
Slide 51 - Diapositive
cariñoso / a
lief
tímido
Slide 52 - Diapositive
huiswerk
upload een foto van je huisdier of je favoriete dier
Google classroom
Slide 53 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
21. el pelo
Janvier 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
video las que faltaban descripciones personas
Octobre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
22. descripciones, andere
Janvier 2023
- Leçon avec
37 diapositives
22. descripciones tener, llevar, ser: conjugación
Janvier 2023
- Leçon avec
40 diapositives
28.01 enkele dia's
Juin 2024
- Leçon avec
27 diapositives
semana 40
Octobre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Spaans
WO
Studiejaar 2
29. 15 de marzo - descripciones cuerpo
Mars 2022
- Leçon avec
45 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1. los ojos y el pelo
Janvier 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1