2HV - AKL - Les 18

AKL - 2 de marzo
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

AKL - 2 de marzo

Slide 1 - Diapositive

Programa

  • SER/ ESTAR/ HAY 
  • Korte zinnen schrijven

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

 Kies in volgorde ...
1. Kijk altijd eerst of je "HAY" in de zin kunt gebruiken
(staat er een onbepaald lidwoord of een telwoord in de zin?)

2. Is dat niet het geval kijk dan of "ESTAR" in de zin hoort 
(staat er bv. dónde in de zin, of gaat het over "ergens"?)

3. En anders: Kijk dan of het over "SER" gaat (staat er een nationaliteit, beroep of karaktereigenschap in de zin?)
¡Importante!

Slide 5 - Diapositive

¿Hay, Ser o Estar?
"En el bosque no ....... casas".
A
están
B
son
C
hay
D
estar

Slide 6 - Quiz

¿Hay, estar o ser?
"El instituto ..........a la izquierda de la piscina".
A
hay
B
es
C
está
D
están

Slide 7 - Quiz

Kies hay, ser of estar:
"_________ muchas bicicletas en Holanda".

Slide 8 - Question ouverte

¿Hay, estar o ser?

La casa ........ muy bonita
A
hay
B
es
C
está
D
eres

Slide 9 - Quiz

Kies hay, ser of estar:
Brenda y yo ___________ amigas.

Slide 10 - Question ouverte

Kies uit hay/estar/ser

Isabella y yo ............ en la calle.
A
hay
B
estamos
C
estáis
D
sois

Slide 11 - Quiz

Hay, ser of estar?

Mi padre ....... en la cocina.
A
hay
B
está
C
es

Slide 12 - Quiz

Kies hay, ser of estar:
Mis padres __________ en Rotterdam.

Slide 13 - Question ouverte



¿Qué?:  
Zinnen maken met: Hay, Ser, Estar
¿Cómo?: 
Op papier met gebruik van woordenlijst Cap 2 (PA, wb)
¿Cuánto tiempo?:
 20 minutos
 
Vertaal deze zinnetjes in het Spaans:
  1. Zijn jullie naast het huis?
  2. Is er internet in de bibliotheek?
  3. Het centrum van Barcelona is mooi.
  4. Het ziekenhuis is ver.
  5. Carmen en Laura zijn aardig.
  6. De viswinkel is aan de linkerkant.
  7. Ik ben in de supermarkt.
  8. Zijn er appels?
  9. Eindelijk! Er is brood.
Zinnen maken (hay, estar, ser)
PASO A PASO 
(Stappenplan):

Slide 14 - Diapositive

Wil je nog meer oefenen -AR-ER -IR werkwoorden?

  1. Verbos -ar oefenen: klik hier
  2. Verbos -er oefenen: klik hier
  3. Verbos -ir oefenen: klik hier


timer
15:00

Slide 15 - Diapositive