Les 2.3 11 okt

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welcome h3p!

1. Put your phone in the phonebag

2. Take your book and notebook out

3. Put your pencil case on your table. 

Today

• Check homework exercise

• Work on homework exercises

• Short recap grammar: past simple & present perfect

       -  Translate the sentences

• Vocabulary check (Quizizz)

quizizz.com

Check homework

page 70

Exercise 18

Wat is de regel van de past simple?

1. hele ww + ed of irregular verb 2e rijtje
2. hele ww of shit rule = hele ww + s
3. vorm van to be + ww+ ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Wanneer gebruik je de past simple?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.

In welke zin wordt een past simple gebruikt?

1. We have watched the match.
2. We watched the match yesterday.
3. We are watching the match right now.
4. We always watch the match.

Geef een voorbeeld van een tijdsbepaling die bij de past simple hoort.

Wat is de regel van de present perfect?

1. hele ww + ed of irregular verb 2e rijtje
2. hele ww of shit rule = hele ww + s
3. vorm van to be + ww+ ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Wanneer gebruik je de present perfect?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.

In welke zin wordt een present perfect gebruikt?

1. She has worked here since 2004.
2. She works here since 2004.
3. She worked here since 2004.
4. She is working here since 2004.

Geef een voorbeeld van een tijdsbepaling die bij de present perfect hoort.

Tijdsbepalingen

Past simple

Present perfect

F

Y

N

E

J

A

S

L

A

D

Y

ast week/month/year

go (two weeks ago)

ate (2010)

esterday

or

et

ever

ver

ust

ready

ince

past simple vs present perfect

• Duidelijke tijdsbepaling = past simple
• Geen/onduidelijke tijdsbepaling = present perfect

Ik ben mijn telefoon kwijtgeraakt.  >  I have lost my phone.

Ik ben gisteren mijn telefoon kwijtgeraakt.  >  I lost my phone yesterday.

Translate

1. Zij speelt (al) acht jaar hockey. Ze is begonnen toen ze zes was.
2. Jij hebt gisteren die dure laptop niet gekocht, toch?
3. Meneer Jacobs heeft deze slechte gewoonte(=habit) al jaren.
4. Ik ben mijn sleutels kwijtgeraakt. Heb jij ze ergens gezien?
5. Heeft James gisteravond te veel koffie gedronken?

Do the exercises

Work on exercises

Finished?

Study: Vocabulary 1.4 (StudyGo/Quizlet)

Do: Text 3 'The Return of E.T.' (GB page 24-25)