23/24 week 7 - les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

- culture

- les devoirs

- parler

- les verbes en -er 

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik iets geleerd over de franse cultuur
• heb ik geoefend met het maken van zinnen.
• kan ik regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.

Dragées

Une pièce montée

le mariage

een bruidstaart

l'anniversaire en Hollande?

- de hele familie wordt gefeliciteerd

- de hele familie wordt uitgenodigd. Er zijn meerdere cadeaus.

l'anniversaire en France

- alleen de jarige wordt gefeliciteerd

- er is een cadeau en een lekker dessert

- de jarige wordt toegezongen met 'bon anniversaire' of 'joyeux anniversaire'

Fransen en hun privacy

 - privacy belangrijker

- telefoon opnemen met allo of bonjour i.p.v. eigen naam.

-

Les devoirs

apprendre 9

Op de toets krijg je zinnetjes

Soms uit apprendre 9 - soms met woorden uit de woordenlijst.

Vous êtes combien à la maison?

Nous sommes .......

Woorden uit vorig hoofdstuk

Hier is mijn moeder

Daar is mijn vader

Het is mijn zus

Woorden uit vorig hoofdstuk

Hier is mijn moeder - voici ma mère

Daar is mijn vader - voilà mon père

Het is mijn zus - c'est ma soeur

La grammaire - toetsweek

- werkwoord avoir

- bezittelijk voornaamwoord

- werkwoorden op -er (page 85)

Regelmatige ww op -er

De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER. 

Bijvoorbeeld:

• danser
• habiter
• aimer

Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

De stam

De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:

parler --> parl

danser --> dans

je	+ e
tu	+ es
il	+ e
elle	+ e
on	+ e
nous	+ ons
vous	+ ez
ils	+ ent
elles	+ ent

Stam

=

-ER

weghalen

danser - dans

parler - parl

Schrijf dit erbij op blz 85

Let op

In het Nederlands gebruiken we in het meervoud vaak het hele werkwoord

In het Frans is  dat niet zo

Nous avons en niet nous avoir

Nous sommes en niet nous être

Nous parlons en niet nous parler

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

E

ES

E

ONS

EZ

ENT

Wat is de stam van parler?

Wat is de stam van aimer?

donner - tu ...

1. donner
2. donne
3. donnes

demander - nous ...

1. demandez
2. demandent
3. demandons
4. demander

manger - je ...

1. manger
2. mange
3. manges

danser - tu ...

1. danse
2. danses
3. danser

Vertaal:
(regarder) Ik kijk

Vertaal:
(habiter) Jij woont

Vertaal:
(chanter) Zij zingt

Les devoirs

- maak zelf een planning voor het leren van de woordjes

- leren werkwoord -er blz 85

- maken: 8b, 8c en 8d blz 85 en 86

Qu'est ce que tu as appris aujourd'hui?

de toetsweek?

les verbes -er

Filmpje Mickey Mouse

Welke woorden hoor je?

Herken je bezienswaardigheden in Parijs?

Welke woorden/zinnen heb je gehoord?

Welke monumenten herkende je in Parijs?