klas 1TL - bij Hfd. 3 - uitleg - les jours de la semaine (2)

Vocabulaire
de dagen van de week
in het Frans
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Vocabulaire
de dagen van de week
in het Frans

Slide 1 - Diapositive

les jours de la semaine
lundi           =  maandag    ( > Luna = Maan / Godin vd Maan
mardi         =  dinsdag       ( > Mars / God vd Oorlog )
mercredi  =  woensdag  ( > Mercurius / Boodschapper vd Goden)
jeudi           =  donderdag ( > Jupiter / Vorst v Romeinse Goden)
vendredi   =  vrijdag          ( > Venus / Godin vd Liefde)
samedi      =  zaterdag      ( > latijn: "Sabbat")
dimanche  =  zondag       ( > latijn: "Dag des Heren")

Slide 2 - Diapositive

de dagen van de week
les jours de la semaine
maandag =
A
dimanche
B
mardi
C
samedi
D
lundi

Slide 3 - Quiz

de dagen van de week
les jours de la semaine
dinsdag =
A
lundi
B
mardi
C
mercredi
D
dimanche

Slide 4 - Quiz

de dagen van de week
les jours de la semaine
woensdag =
A
lundi
B
mercredi
C
mardi
D
jeudi

Slide 5 - Quiz

de dagen van de week
les jours de la semaine
donderdag =
A
mardi
B
mercredi
C
jeudi
D
vendredi

Slide 6 - Quiz

de dagen van de week
les jours de la semaine
vrijdag =
A
lundi
B
mercredi
C
vendredi
D
samedi

Slide 7 - Quiz

de dagen van de week
les jours de la semaine
zaterdag =
A
lundi
B
samedi
C
jeudi
D
mercredi

Slide 8 - Quiz

de dagen van de week
les jours de la semaine
zondag =
A
jeudi
B
vendredi
C
samedi
D
dimanche

Slide 9 - Quiz

maandag
donderdag
dinsdag
woensdag
zondag
zaterdag
vrijdag
lundi
mardi
mercredi
jeudi
vendredi
samedi
dimanche

Slide 10 - Question de remorquage