1.5 en 1.6 mitose en meiose bvj max

Thema 1 Organen en cellen
  • Basisstof 5 
  • Mitose: 
  • Gewone celdeling



1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 1 Organen en cellen
  • Basisstof 5 
  • Mitose: 
  • Gewone celdeling



Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan ik de drie fasen in de gewone celdeling noemen.
  • weet ik een ander woord voor gewone celdeling.
  • kan ik in mijn eigen woorden uitleggen hoe de gewone celdeling verloopt.

Slide 2 - Diapositive

Celdeling - wat is dat?
  • Je lichaam heeft 30 000 000 000 000 (dertig biljoen) cellen
  • Celdeling: één cel maakt een kopie van zichzelf en deelt in tweeën.
  • WaaromGroei (cellen zijn niet mega als je volwassen bent) en vervanging (cellen gaan stuk)

Slide 3 - Diapositive

Extra informatie

Slide 4 - Diapositive

Mitose
Celdeling is nodig, omdat jij uit meer dan 1 cel bestaat. 
Al jou cellen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen in zich
maar kunnen verschillend zijn van vorm en functie
Genen (erfelijke eigenschappen) kunnen aan of uit staan.

Je bent tenslotte begonnen als 1 cel en die is zich gaan delen (kopiëren)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Onder de microscoop

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag!
Basisstof 5
- Opdrachten 1 t/m 3 maken.
-

Strijders
maak opd. 4 t/m 7

Klaar?
Lees basisstof 6 reductiedeling


Slide 11 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan ik de drie fasen in de gewone celdeling noemen.
  • weet ik een ander woord voor gewone celdeling.
  • kan ik in mijn eigen woorden uitleggen hoe de gewone celdeling verloopt.

Slide 12 - Diapositive

Thema 1 Organen en cellen
  • Basisstof 6
  • Meiose: 
  • reductieverdeling



Slide 13 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet ik een ander woord voor reductiedeling.
  • kan ik in mijn eigen woorden uitleggen hoe de reductiedeling verloopt.
  • kan ik twee verschillende geslachtscellen noemen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Chromosomen
In de lichaamscellen liggen 23 paar , 46 chromosomen, 
een paar zijn de geslachtschromosomen xx of xy

In een zaadcel liggen 23 chromosomen, 1 chromosoom is een x of een y
In een Eicel liggen 23 chromosomen, 1 chromosoom is een x 

Als een eicel en zaadcel samensmelten heb je dus weer 46 chromosomen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Meiose
  • Zaadcellen en eicellen worden gemaakt door meiose
  • Van één lichaamscel worden vier  geslachtscellen gemaak

Slide 18 - Diapositive

Meiose
  • Deze geslachtscellen worden gemaakt door meiose (reductiedeling)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 21 - Diapositive

meiose
meiose
Mitose

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Aan de slag!
Basisstof 6
- Opdrachten 1 t/m 3 maken.
-

Huiswerk
maak opd. 5 + 6

Klaar?
Maak samenhang blz. 43.


Slide 24 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet ik een ander woord voor reductiedeling.
  • kan ik in mijn eigen woorden uitleggen hoe de reductiedeling verloopt.
  • kan ik twee verschillende geslachtscellen noemen.

Slide 25 - Diapositive

Meiose
Meiose 

Slide 26 - Diapositive