25 mei woorden gramm spelling hs 5 en 6

Wat gaan we doen vandaag?

  • Lezen (12 minuten)
  • Vragen huiswerk?
  • Spelling 5.5: Engelse ww
  • Zelfstandig werken
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen vandaag?

  • Lezen (12 minuten)
  • Vragen huiswerk?
  • Spelling 5.5: Engelse ww
  • Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

timer
12:00

Slide 2 - Diapositive

P4T8
1. Hs 5:
  • Woorden 5.3 blz. 196
  • Grammatica 5.4 blz. 201
  • Spelling 5.5 blz. 205
2. Alle werkwoordspelling
Nederlands
In de toetsweek vanaf 18 juni

Slide 3 - Diapositive

Hs 5
  • 5.3: woordjes leren en de vorming van bijvoeglijke naamwoorden 
  • 5.4: (bijvoeglijke bepaling, vragend vnw en onbep. vnw)
  • 5.5: Engelse ww, koppelteken, weglatingsstreepje 
  • Werkwoordspelling 
Oefenwebsites en extra uitleg vind je in Magister in de studiewijzer met de naam: Klas 2 Nederlands Toetsstof P4T8

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk vandaag was:
                                 Hoofdstuk 5.5 Spelling, blz. 205
                            Leren: theorie (blz. 205)
                                    Maken: opdracht 1, 3, 4 en 6
1. Hs 5:
  • Woorden 5.3 blz. 196
  • Grammatica 5.4 blz. 201
  • Spelling 5.5 blz. 205
2. Alle werkwoordspelling
Vragen?

Slide 5 - Diapositive

Samenstellingen
Hoe zat het ook al weer?

Slide 6 - Diapositive

Samenstellingen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

5.5 Spelling blz. 206
Weglatingsstreepje:
- als je een deel van een woord weglaat:
    - in- en uitvoer (invoer en uitvoer),
    - jongensjassen en -petten (jongensjassen en        jongenspetten).




Slide 12 - Diapositive

Nog meer voorbeelden
voordelen en nadelen --> voor- en nadelen

maandag en dinsdag --> maan- en dinsdag

jongenskleren en jongensschoenen --> 
jongenskleren en -schoenen

Slide 13 - Diapositive

Let op!!
Je gebruikt geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat.
korte treinen en lange treinen --> korte en lange treinen
goedkope horloges en dure horloges --> goedkope en dure horloges

Slide 14 - Diapositive

5.5 Spelling blz. 207
Koppelteken schrijf je bij: 
-klinkerbotsing (na-apen, stage-uren, zo-even)
-aardrijkskundige namen (Noord-Brabant)
-cijfers, letters en andere tekens (70-jarige)
-dubbele achternamen (Kees Jansen-Kok)
-functie, rang, titel (assistent-bedrijfsleider)
-gelijkwaardige delen (hang-en-sluitwerk; haat-liefdeverhouding)
-combinaties met niet-, non-, ex- en oud- + een zn (niet-roker)

Slide 15 - Diapositive

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
dorpsstraten en dorpspleinen

Slide 16 - Question ouverte

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
grote kinderen en kleine kinderen

Slide 17 - Question ouverte

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
hoestsiroop en hoesttabletjes

Slide 18 - Question ouverte


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
adjunctdirecteur
B
adjunct directeur
C
adjunct-directeur

Slide 19 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
winkelcentrum
B
winkel centrum
C
winkel-centrum

Slide 20 - Quiz

Wat is een lange afstandsloper?
A
Iemand die lang is en afstanden loopt
B
Iemand die lange afstanden loopt

Slide 21 - Quiz

Als ik een rode broek zoek, ga ik naar een
A
rode broekenwinkel
B
rodebroekenwinkel

Slide 22 - Quiz

Gisteren zag ik mijn ...
A
oud leraar
B
oud-leraar

Slide 23 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
stageuren
B
stage-uren

Slide 24 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 25 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
Noord-Holland
B
Noord Holland

Slide 26 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 27 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
kleuren-tv
B
kleuren tv

Slide 28 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
A4 formaat
B
A4-formaat

Slide 29 - Quiz

Waarom zou 'oud Hollands gebak' niet zo goed verkopen?

Slide 30 - Question ouverte

De koppeltekens in doe-het-zelfzaak
zijn juist gebruikt.
A
Eens
B
Oneens

Slide 31 - Quiz


Voor woensdag 26 mei:
                                 Hoofdstuk 5.5 Spelling, blz. 206 en verder
                            Leren: theorie blz. 206 en 207
                       
                                   (weglatingsstreepje en koppelteken)
                         Maken: opdracht 8, 9, 10 en 11
1. Hs 5:
  • Woorden 5.3 blz. 196
  • Grammatica 5.4 blz. 201
  • Spelling 5.5 blz. 205
2. Alle werkwoordspelling

Slide 32 - Diapositive