Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Thema 2 sheets afdrukken
Thema 2 Kennismaken
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Thema 2 Kennismaken
Slide 1 - Diapositive
Thema 2 Kennismaken
Slide 2 - Diapositive
Thema 2 Kennismaken
Slide 3 - Diapositive
de achternaam
de naam van je familie
voornaam <--> achternaam
de achternaam - de achternamen
zin
: Hij heet Henk Bosch. Henk is zijn voornaam en Bosch is zijn
achternaam
.
Slide 4 - Diapositive
altijd
iedere keer
altijd <---> nooit
zin
: Als hij op bezoek komt, neemt hij
altijd
taart mee!
Slide 5 - Diapositive
het
antwoord
iets wat je zegt als je een vraag krijgt
het antwoord - de antwoorden
zin
: De docent geeft
antwoord
op de vraag van de leerling.
Slide 6 - Diapositive
belangrijk
het is
belangrijk
om iedere dag op school te komen
het is
belangrijk
om Nederlands te leren
zin
: De minister-president is de
belangrijkste
man van Nederland.
Slide 7 - Diapositive
bijna
niet helemaal
zin
: Mijn oma is
bijna
tachtig jaar. Volgende week is ze jarig.
Slide 8 - Diapositive
bijvoorbeeld
je noemt niet alles, maar een of twee
zin
: Er zijn verschillende soorten fruit.
Bijvoorbeeld
een appel of een banaan.
Slide 9 - Diapositive
de broer
een jongen of een man met dezelfde ouders als jij
de broer - de broers
zin:
Mijn ouders hebben drie kinderen. Mijn
broer
, mijn zus en ik.
Slide 10 - Diapositive
de club
groep mensen die samen iets doen, bijvoorbeeld een voetbalclub
de club - de clubs
zin
: Als je lid bent van een
club
, is dat goed voor je Nederlands.
Slide 11 - Diapositive
de dag
tijd dat het buiten licht is
de dag <---> de nacht
de dag - de dagen
zin
: Een week heeft zeven
dagen
. Maan
dag
, dins
dag
, woens
dag
, donder
dag
, vrij
dag
, zater
dag
en zon
dag
.
Slide 12 - Diapositive
dansen
je lichaam bewegen op muziek
werkwoord
ik dans - wij dansen
zin
: Ze danst op het feest.
Slide 13 - Diapositive
de deur
je komt een kamer of een huis binnen door de deur
de deur - de deuren
zin
: De
deur
staat open. Wil je hem even dicht doen?
Slide 14 - Diapositive
direct
meteen, snel
zin
: Ik heb vanmiddag om half 3 een afspraak bij de dokter. ik moet dus na de les
direct
weg.
Slide 15 - Diapositive
de docent
leraar; man die op een school werkt.
de docente = vrouw die op een school werkt.
de docent - de docenten
zin
: De
docent
kijkt de toetsen na.
Slide 16 - Diapositive
doen
bezig zijn, maken, werken
werkwoord
ik doe - wij doen
zin
: Ik ga boodschappen
doen
.
zin
: Ik
doe
kaas op mijn brood.
zin
: Wat
doe
jij voor werk? Ik ben docent op de Schakel!
Slide 17 - Diapositive
elkaar
Jonas en Simon kijken naar
elkaar
. Jonas kijkt naar Simon en Simon kijkt naar Jonas.
zin
: We praten met
elkaar
over de vakantie.
Slide 18 - Diapositive
enorm
heel erg
zin
: Het feest was zo gezellig. We hebben
enorm
gelachen.
heel groot
zin
: Hij heeft een
enorm
huis met wel twintig kamers.
Slide 19 - Diapositive
de gang
lange, smalle plaats in een gebouw tussen kamers of lokalen
de gang - de gangen
zin
: De leerlingen hangen hun jas op in
de gang
en lopen daarna naar hun lokaal.
Slide 20 - Diapositive
geboren
de baby is uit zijn moeder gekomen
zin
: Waar ben jij
geboren
? In Den Helder, in het ziekenhuis.
Slide 21 - Diapositive
het gebouw
iets dat gemaakt is van stenen en hout
heeft een dak en muren
het gebouw - de gebouwen
zin:
De school is een
gebouw.
Slide 22 - Diapositive
gewoon
normaal
zin:
Schoenen uitdoen in huis is voor veel mensen heel
gewoon
.
Slide 23 - Diapositive
groot
groot <---> klein
zin
: Australië is een
groot
land en Nederland is een klein land.
Slide 24 - Diapositive
hebben
ik heb een fiets = de fiets is van mij
werkwoord
ik heb - jij hebt - hij heeft
wij hebben - jullie hebben
zij hebben
zin
: Waar
hebben
jullie het over?
zin
: Ik wil die jas graag
hebben.
Slide 25 - Diapositive
heten
mijn vriendin heet Janneke = de naam van mijn vriendin is Janneke
werkwoord
ik heet - wij heten
zin
: Hoe
heet
jij?
zin
: Onze klas
heet
2 F.
Slide 26 - Diapositive
de hobby
wat je in je vrije tijd doet. Bijvoorbeeld sporten of muziek luisteren
de hobby - de hobby's
zin
:
Wat is jouw
hobby
? Ik zing graag!
Slide 27 - Diapositive
het
huiswerk
werk dat je thuis voor school moet doen
zin
: Je moet de nieuwe woorden van deze week leren, dat is het
huiswerk
.
Slide 28 - Diapositive
het
jaar
twaalf maanden, van 1 januari tot en met 31 december
het jaar - de jaren
zin
: Het meisje is 16
jaar.
zin
: Welk
jaar
is het?
Slide 29 - Diapositive
de kantine
plaats, bijvoorbeeld op een school waar je kunt eten en drinken
de kantine - de kantines
zin
: In
de kantine
kun je thee drinken en even pauze houden.
Slide 30 - Diapositive
kijken
kijken naar = je wilt het goed zien
werkwoord
ik kijk - wij kijken
zin
: Hij
kijkt
altijd naar voetballen op de televisie.
Slide 31 - Diapositive
het
kind
klein mens, van 0 tot ongeveer 14 jaar
het kind - de kinderen
het kind <---> de volwassene
zin
: De
kinderen
spelen buiten.
Slide 32 - Diapositive
de klas
groep leerlingen die naar een school gaat
de klas - de klassen
zin
: Onze
klas
heet 2F.
Slide 33 - Diapositive
koken
warm eten maken
werkwoord
ik kook - wij koken
zin
: De rijst moet ongeveer 10 minuten
koken
.
zin
: Ik houd van
koken
, dat is mijn hobby.
Slide 34 - Diapositive
komen
werkwoord
ik kom - wij komen
naar deze plaats gaan
zin
: Ik
kom
morgen niet op school want ik heb een afspraak.
komen uit
zin
: Waar
kom
jij vandaan? Ik
kom
uit Noorwegen.
Slide 35 - Diapositive
kort
kort <---> lang
zin
: Wat is je haar
kort
! Ben je bij de kapper geweest?
weinig tijd
zin
: Hij is nog maar
kort
in Nederland.
Slide 36 - Diapositive
kunnen
werkwoord
ik kan - wij kunnen
iets moeilijks zelf goed doen
zin
: Ik wil graag op zwemles want ik
kan
nog niet zwemmen.
mogen
zin
:
Kan
ik jouw potlood even lenen?
zin
: Hoe
kan
dat nou? Ik begrijp het niet!
Slide 37 - Diapositive
laatst
later dan anderen
laatste <---> eerste
zin
: Hij gaat het
laatst
naar bed.
korte tijd geleden
zin
: Zij is
laatst
met de trein naar Amsterdam geweest.
Slide 38 - Diapositive
lang
groot, hoog
lang <---> kort
zin
: Wat een
lange
man! Hij is wel 2 meter!
zin
: Mijn kamer is 4 meter
lang
.
veel tijd
zin
: Hij is al
lang
in Nederland.
Slide 39 - Diapositive
de leerling
iemand die naar school gaat
de leerling - de leerlingen
zin
: In klas 2F zitten vijftien
leerlingen
.
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
thema 2 Kennismaken niveau rose week 1
Août 2022
- Leçon avec
38 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Woorden thema kennismaken (roze) week 1
Août 2022
- Leçon avec
41 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
thema 2 Kennismaken niveau rose week 1
Août 2022
- Leçon avec
38 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
vrijdag 2-9-22
Août 2022
- Leçon avec
22 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Thema 1 - dag 3
Septembre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Thema 1 - dag 3
Septembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
1B3 - 20 maart 2023 - tweede 15 woorden herhalen en woordenspel (uitbeelden) enorm tm het kind
Mars 2023
- Leçon avec
16 diapositives
2023-2024- 4. 1G2 - do 28 sep 23 - 15 woorden herhalen: klas tm de moeder
Mars 2023
- Leçon avec
17 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1