Vocabulaire trajet 3

Vocabulaire trajet 3
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransSecundair onderwijs

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Vocabulaire trajet 3

Slide 1 - Diapositive

"La console de jeux" betekent "de versiering".
A
Vrai
B
Faux

Slide 2 - Quiz

"Débrouillard(e)" betekent "pienter, slim".
A
Vrai
B
Faux

Slide 3 - Quiz

"Beau, belle" betekent "mooi".
A
Vrai
B
Faux

Slide 4 - Quiz

"Il s’agit de" betekent "het gaat over".
A
Vrai
B
Faux

Slide 5 - Quiz

"Jovial(e)" betekent "gestrest".
A
Vrai
B
Faux

Slide 6 - Quiz

Wat betekent "aventureux" in het Nederlands?
A
Moe
B
Avontuurlijk
C
Praktisch
D
Kil

Slide 7 - Quiz

Wat betekent "créatif, créative"?
A
Creatief
B
Lachend
C
Vreemd
D
Moe

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je "de snor" in het Frans?

A
Les cheveux
B
La moustache
C
Le truc
D
La barbe

Slide 9 - Quiz

Wat is de Franse vertaling van "de sofa"?
A
Le canapé
B
Le tatouage
C
La décoration
D
La console de jeux

Slide 10 - Quiz

Wat betekent "stressé(e)"?
A
Zacht
B
Gestrest
C
Moe
D
Schattig

Slide 11 - Quiz

Hoe zeg je "het materiaal" in het Frans?
A
La couleur
B
La forme
C
La matière
D
L'impression

Slide 12 - Quiz

Wat betekent "souriant(e)" in het Nederlands?
A
Gestrest
B
Ijdel
C
Schattig
D
Lachend, met de glimlach

Slide 13 - Quiz

Wat betekent "prétentieux, prétentieuse"?
A
Zenuwachtig
B
Lachend
C
Ijdel, pretentieus
D
1. Behulpzaam

Slide 14 - Quiz

Wat betekent "distant(e)"?
A
Schattig
B
Energiek
C
Afstandelijk
D
Woedend

Slide 15 - Quiz

Wat is de Nederlandse vertaling van "en colère"?
A
Lachend
B
Boos, woedend
C
In slechte staat
D
Praktisch

Slide 16 - Quiz

Wat betekent "calme" in het Nederlands?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe zeg je "het ding" in het Frans?

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent "branché(e)" in het Nederlands?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe vertaal je "in goede staat" naar het Frans?

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent "fatigué(e)" in het Nederlands?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe zeg je "de tatoeage" in het Frans?

Slide 22 - Question ouverte

Wat betekent "populaire" in het Nederlands?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe vertaal je "de baard" naar het Frans?

Slide 24 - Question ouverte

Wat betekent "original(e)" in het Nederlands?

Slide 25 - Question ouverte

Wat betekent "en mauvais état" in het Nederlands?

Slide 26 - Question ouverte

Mon ami est __________ (slim).

Slide 27 - Question ouverte

Ses __________ (haar) sont longs.

Slide 28 - Question ouverte

Cette armoire est __________ (sterk, stevig).

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal naar het Frans: Zij is schattig en avontuurlijk.

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands: Le canapé est confortable.

Slide 31 - Question ouverte