Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
dag 4 ma 11 sept
woordenschat: thema 1: kennismaken, dag 3
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
woordenschat: thema 1: kennismaken, dag 3
Slide 1 - Diapositive
genieten (werkwoord)
Iets leuk vinden
plezier hebben
ww: Ik geniet, hij geniet, wij genieten
zin:De kinderen vinden het ijs lekker, ik zie dat ze ervan genieten.
zin: Ik geniet van fietsen in de zon.
Slide 2 - Diapositive
enige
Van iets wat enig is, is er maar 1;
De enige: er zijn er niet meer van.
Zin: Ik ben om 8 uur de
enige
in de klas. Er is nog niemand anders. Ik ben alleen.
Slide 3 - Diapositive
hier
op deze plaats;
op deze plek;
tegenstelling: daar
zin: Ik wil dat je nu
hier
komt. De plaats waar ik ook ben!
Slide 4 - Diapositive
behoefte
iets wat je nodig hebt;
iets wat je graag wilt hebben;
Zin: Ik heb
behoefte
aan Nederlandse boeken. Dan kan ik veel lezen.
Zin: Als wij de hele dag hebben gewerkt, heb ik
behoefte
om te sporten.
Slide 5 - Diapositive
het nadeel
iets wat niet goed voor iemand is;
tegenstelling: het voordeel;
zin:
Het nadeel
van om 08.30 uur naar school moeten, is dat je vroeg je bed uit moet.
Slide 6 - Diapositive
Maak de zin af:
Na schooltijd heb ik altijd behoefte om........
Slide 7 - Question ouverte
In welke zin wordt het woord
nadeel
goed gebruikt?
A
Het nadeel van de IPhone is dat het een goede mobiel is.
B
Het nadeel van de IPhone is dat het snel stuk gaat.
C
Het nadeel van de IPhone is dat het veel geld kost.
D
Het nadeel van de IPhone is dat je geen muziek kan luisteren.
Slide 8 - Quiz
Op de foto zijn de kinderen
aan het genieten.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Als iemand zegt: Kom nu hier bij mij!
Dan bedoelt deze persoon:
A
Ga ergens ver weg staan.
B
Kom op mijn plaats staan.
Slide 10 - Quiz
Maak een zin met het woord:
enige
Slide 11 - Question ouverte
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 12 - Diapositive
Het .......... eten wat ik lekker vind, is pizza!
Slide 13 - Question ouverte
Als het zaterdag is, ............... wij altijd van onze vrije tijd. Wij doen wat wij willen.
Slide 14 - Question ouverte
Ik heb dorst. Ik heb ........... aan water.
Slide 15 - Question ouverte
Als ik tegen jou zeg dat je...........moet komen, wil ik dat je naar mij toe komt!
Slide 16 - Question ouverte
Het............ van de nieuwe schooltijden is dat we vroeg moeten beginnen. Het voordeel is dat we eerder naar huis mogen.
Slide 17 - Question ouverte
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: het nadeel, behoefte, hier, enige, genieten
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
DISK thema 1 - Kennismaken A2 - worden/zijn en personen in de zin
Août 2024
- Leçon avec
24 diapositives
NT2
ISK
DISK thema 1 kennismaken - les 1 - worden/zijn en personen in de zin
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 6
Janvier 2023
- Leçon avec
17 diapositives
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Aarde en vruchtbaarheid - Les 1 & Les 2
Juin 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Godsdienst
Lager onderwijs
DIVERSITEIT
Juin 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Themadag diversiteit
Secundair onderwijs
WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 5
Juin 2024
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Wat is economie? - Bovenbouw
Février 2024
- Leçon avec
22 diapositives
par
Lesbrieven Nieuwe Economie
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Lesbrieven Nieuwe Economie
WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 5
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1