Het Duitse Schoolsysteem: Een Introductie

• Duit
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Het Duitse Schoolsysteem: Een Introductie

Leerdoelen

Aan het einde van deze les, kun je het Duitse schoolsysteem beschrijven en begrijpen.

Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen leren.

Wat weet je al over het Duitse schoolsysteem?

Hoe is het Duitse schoolsysteem georganiseerd?

Het Duitse schoolsysteem is georganiseerd in drie niveaus: Grundschule, Hauptschule, Realschule en Gymnasium.

Leg uit hoe het Duitse schoolsysteem is georganiseerd en welke niveaus er zijn.

Grundschule

De Grundschule is voor kinderen van zes tot tien jaar oud. Het is de basis voor het verdere onderwijs.

Beschrijf wat de Grundschule is en voor welke leeftijdsgroep het is bedoeld.

Hauptschule

De Hauptschule is voor kinderen van tien tot zestien jaar oud en bereidt hen voor op een beroepsopleiding.

Leg uit wat de Hauptschule is en wat het doel ervan is.

Realschule

De Realschule is voor kinderen van tien tot zestien jaar oud en bereidt hen voor op het hoger onderwijs.

Beschrijf wat de Realschule is en waarvoor het is bedoeld.

Gymnasium

Het Gymnasium is voor kinderen van tien tot achttien jaar oud en bereidt hen voor op het hoger onderwijs.

Leg uit wat het Gymnasium is en wat het doel ervan is.

Het Abitur

Het Abitur is een examen dat aan het einde van het Gymnasium wordt afgelegd en noodzakelijk is om naar de universiteit te gaan.

Beschrijf wat het Abitur is en waarvoor het nodig is.

Verschillen met het Nederlandse schoolsysteem

In vergelijking met het Nederlandse schoolsysteem is het Duitse systeem meer gestroomlijnd en minder flexibel.

Geef aan wat de verschillen zijn tussen het Duitse en Nederlandse schoolsysteem.

Samenvatting

Het Duitse schoolsysteem is georganiseerd in drie niveaus: Grundschule, Hauptschule, Realschule en Gymnasium. Het Abitur is nodig om naar de universiteit te gaan en het Duitse systeem is minder flexibel dan het Nederlandse systeem.

Evalueer de belangrijkste punten van de les en vat ze samen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.