Ministers en hun ministerie

Ministers en hun ministerie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 4 min

Éléments de cette leçon

Ministers en hun ministerie

Slide 1 - Diapositive

Korte terugblik:
Waar hebben we het vorige week over gehad?

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel:
Weet welke mensen minister zijn en van welk portfolio

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wie kiezen de leden van de Tweede Kamer?
A
Alle inwoners van Nederland
B
Iedereen die 18 jaar is en mag stemmen
C
De koning
D
Ze kiezen zichzelf

Slide 5 - Quiz

Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
50
B
75
C
150
D
175

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Wat doet een minister?

Slide 8 - Question ouverte

Welke ministers ken je?

Slide 9 - Question ouverte

Wat doet een minister?
Verantwoordelijk voor een bepaald gebied.
Zorgt ervoor dat het daar beter mee gaat.
Maakt wetten voor dat gebied.
Een voorbeeld.......

Slide 10 - Diapositive

Een voorbeeld:
Minister van Volksgezondheid : Kan zorgen voor goedkopere medicijnen of een nieuw ziekenhuis.

Slide 11 - Diapositive

Parlement
Parlement bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer.
Samen worden die de Staten-Generaal genoemd. 

Bij verkiezingen krijgt het parlement de macht om het land te besturen.

Slide 12 - Diapositive

Eerste Kamer
  • 75 Leden
  • Gekozen via provincie


Taken: 
  • Controleren de wetten die in de TK gemaakt worden. 
  • Controleren de regering (ministers + koning)

Slide 13 - Diapositive

Taak van de regering
Regering = ministers + de koning
Bedenken wetten voor Nederland

Slide 14 - Diapositive

Hoe noem je een groep mensen die het land bestuurt?
A
De regering
B
De Tweede Kamer
C
Het volk
D
De politieke partij

Slide 15 - Quiz

Wie zitten er in de regering?
A
Staatssecretarissen
B
De 1e en de 2e kamer
C
De koning en de ministers
D
De ministers

Slide 16 - Quiz

leider van de regering
A
Staatshoofd
B
Commissaris van de koning
C
Burgemeester
D
Minister-president

Slide 17 - Quiz

Wie controleert de regering?
A
De eerste kamer
B
De koning
C
Het volk
D
De tweede kamer

Slide 18 - Quiz

Het kabinet bestaat uit...
A
Ministers + Koning
B
Ministers + Staatssecretarissen
C
De Koning
D
De Staten-Generaal

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Lien