H4 Snelheid

Voorbereiding toets H4
- Soorten krachten
- krachten aflezen en tekenen
- Snelheid omrekenen
- Formule snelheid kunnen gebruiken
- Wat zijn hefbomen
- rekenen met de hefboomregel
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding toets H4
- Soorten krachten
- krachten aflezen en tekenen
- Snelheid omrekenen
- Formule snelheid kunnen gebruiken
- Wat zijn hefbomen
- rekenen met de hefboomregel

Slide 1 - Diapositive

Soorten krachten
- Spierkracht
- Spankracht
- Elektrische kracht
- Magnetische kracht
- Zwaartekracht
- .....

Slide 2 - Diapositive

Kenmerken van krachten
- Krachten kunnen iets van richting veranderen
- Krachten kunnen de snelheid van iets veranderen
- Krachten kunnen de vorm van iets veranderen


Slide 3 - Diapositive

Krachten
Het symbool voor kracht is F
De eenheid van kracht is Newton (N)

1 kg = 10 N

Slide 4 - Diapositive

tekenenKrachten 

Slide 5 - Diapositive

elastische kracht
wind kracht
spier kracht
magnetische kracht
kleef kracht

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is het symbool van kracht? En wat is de eenheid van kracht?

Slide 7 - Question ouverte

Reken om:
5 kg = ......N
700 N = ......K
300 g = ......N

Slide 8 - Question ouverte

KRACHTEN TEKENEN WE ALS
A
EEN STREEP
B
EEN PUNT
C
EEN PIJL
D
EEN VIERKANT

Slide 9 - Quiz

Snelheid
- De eenheid van snelheid is in Km/u of m/s
- De afkorting van snelheid is v (velocity)

Slide 10 - Diapositive

Formule van snelheid omzetten

Slide 11 - Diapositive

Nanna loopt 850 meter in 376 seconden. Bereken de snelheid. 
Gegeven:                     afstand = 850 meter
                                         tijd = 376 seconden
Gevraagd:                   v
Formule:                     v = s : t
Berekening:               850 : 376 = 2,26
Antwoord:                  gemiddelde snelheid = 2,26 m/s

Slide 12 - Diapositive

Wat is de formule van snelheid?
A
v=t/s
B
t=v/s
C
s=v/t
D
v=s/t

Slide 13 - Quiz

Reken om:
100 km/u = .......m/s
50 m/s = ......... km/u

Slide 14 - Question ouverte

Een wielrenner maakt een toertocht en legt 150 km af. Hij doet hier 5 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid:

Slide 15 - Question ouverte

Uitwerking
Een wielrenner maakt een tourtocht en legt 150 km af. Hij doet hier 5 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid
Gegeven: s = 150 km; t = 5 uur
Gevraagd: v
Formule: v = s:t
Berekening: v = 150 : 5
Antwoord: v = 30 km/h

Slide 16 - Diapositive

hefboom
  • vergroten van (spier)kracht

  • Hefboom bestaat uit: 
  1. lange arm, 
  2. korte arm, 
  3. draaipunt. 

  • vb: Schaar, hamer, tang, steeksleutel, deurklink 
hefboom

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

 Hoe krijg je een hefboom in evenwicht?
  • Gebruik de hefboomregel:
       F1 x l1 = F2 x l2

  • Links en rechts moeten gelijk zijn

Slide 19 - Diapositive

Is de hefboom in evenwicht

Slide 20 - Diapositive

F1 x l1 = F2 x l2
21 x 15 = 24 x 12
315 = 288 --> niet in evenwicht

21 x 15 = 24 x ?

315 / 24 = 13,1 cm

Slide 21 - Diapositive

Geef 3 voorbeelden van een hefboom

Slide 22 - Question ouverte

Waar is de kracht van de schaar het grootst?
A
punt A
B
punt b

Slide 23 - Quiz

maken oefentoets quayn
timer
15:00

Slide 24 - Diapositive