Grote ADL-QUIZ deel 1 (vitale functies en diabetes)

• Verzorging
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 5

Met de vitale functies bedoelen wij:
ademhaling, temperatuur, bewustzijn en (2 juiste antwoorden)

1. hartslag
2. bloeddruk
3. infecties
4. cyanose

We noemen deze functies VITAAL omdat ze_________________

1. iemand in leven houden
2. te meten zijn

Vitale functies moeten soms of vaak gemeten worden om__________

1. de gezondheid van iemand te beoordelen
2. dreigende situaties te herkennen
3. omdat de cliënt het graag wil

De ademhaling

De ademhaling gaat via de luchtwegen: via de mond naar de keelholte, strottenhoofd, luchtpijp naar de longen.

In de longen zitten longblaasjes waar zuurstof wordt opgenomen en koolzuur wordt afgestaan.

Als een persoon stopt met ademen dan komt er geen zuurstof meer het lichaam in en zal iemand overlijden. 

Ademhaling is dus van LEVENSBELANG!

Een volwassen mens in RUST ademt___________ keer per minuut.

1. 5 tot 10
2. 10 tot 15
3. 12 tot 16
4. 16 tot 20

Als een cliënt blauw of heel erg bleek ziet. Wat doe je dan?

1. niets
2. huisarts of 112 bellen
3. direct leidinggevende inschakelen
4. cliënt wat water geven

Met circulatie bedoelen we ook wel:

1. temperatuur
2. ademhaling
3. hartslag en bloeddruk

Bij een volwassene in RUST slaat het hart ongeveer __________ keer per minuut

1. 50 tot 80
2. 60 tot 100
3. 100 tot 120

Temperatuur

Een goede lichaamstemperatuur is belangrijk om ervoor te zorgen dat allerlei processen in je lichaam goed verlopen. 

De lichaamstemperatuur kan veranderen door bijvoorbeeld:

         - inspanning

         - warmte

         - infecties

Een normale lichaamstemperatuur is tussen de _______ graden Celsius.

1. 36,5 en 37,5
2. 37,5 en 38,5

We spreken van KOORTS bij een lichaamstemperatuur hoger dan ___________ graden.

1. 37
2. 38
3. 39

Als jouw client koorts heeft dan is het belangrijk dat_____________.

1. je dit direct gaat melden bij je leidinggevende
2. je de persoon dik aankleed

Een ander woord voor suikerziekte is___________

1. hypertensie
2. diabetes

Er bestaan _______ types diabetes

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Mensen met diabetes/suikerziekte hebben, als er niets aan wordt gedaan,
___________ suiker in hun bloed.

1. te weinig
2. te veel

Insuline speelt een belangrijke rol bij het regelen van de hoeveelheid suiker in het bloed. Insuline wordt normaal gezien in juiste hoeveelheden aangemaakt in de___________

1. longen
2. lever
3. alvleesklier
4. maag

Insuline zorgt er dus voor dat de suikers uit het bloed worden gehaald om zo andere cellen in te kunnen

1. waar
2. niet waar

Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier HELEMAAL GEEN insuline meer aan

1. waar
2. niet waar

Mensen met diabetes type 1 moeten altijd insuline inspuiten, anders overlijden ze omdat teveel suiker in het bloed blijft zitten en de cellen geen brandstof meer krijgen

1. waar
2. niet waar

Bij mensen met diabetes type 2 werkt de alvleesklier minder goed en/of zijn de cellen in het lichaam minder gevoelig voor insuline

1. waar
2. niet waar

Mensen met diabetes type 2 moeten ook altijd insuline spuiten

1. waar
2. niet waar

Mogelijke klachten bij diabetes zijn:
veel en vaak plassen, moe en slap zijn, last van je ogen, plotseling afvallen, wondjes die slecht genezen, veel jeuk hebben

1. waar
2. niet waar

De gevolgen van diabetes kunnen ernstig zijn. Deze gevolgen noemen we ook wel _________

1. oorzaken
2. complicaties
3. follow up

Bijna alle complicaties bij diabetes hebben te maken met beschadiging van:

zenuwen en bloedvaten

1. juist
2. onjuist

Stel je voor dat jij bij een cliënt bent die diabetes heeft. De cliënt vraagt of je de teennagels wil knippen omdat hij/zij er zelf niet bij kan. Doe jij dit? Leg uit waarom wel of waarom niet.

Je gaat de steunkousen aantrekken bij een cliënt. Deze cliënt heeft diabetes. Je controleert eigenlijk altijd de voeten en benen van iemand die je helpt. Waarom moet jij dit extra goed doen bij jouw cliënt met diabetes? Leg uit!

Wat gebeurt er bij een HYPOglycemie

1. iemand heeft te weinig suiker in het bloed
2. iemand heeft teveel suiker in het bloed

Wat moet je doen als iemand is flauwgevallen door een hypo (te lage bloedsuikerspiegel)?

Wat betekent een HYPER (hyperglycemie)bij iemand met diabetes?

1. dat er te weinig suiker in het bloed zit
2. dat er teveel suiker in het bloed zit

Een hyper is vaak moeilijk te herkennen. Als een hyper te lang duurt kan iemand flauwvallen en uiteindelijk in coma raken.

1. waar
2. niet waar

Als iemand diep ademhaalt en de adem naar ACETON (lijkt op nagellak remover) ruikt dan is dit een teken van een___________

1. HYPO
2. HYPER

Top gedaan!

Dit was veel informatie! Ben je veel vergeten? Geen paniek!  Je kunt sommige dingen opnieuw terugzoeken in eerdere lessen of in je boek.

Je kunt de vragen zo vaak herhalen als nodig is!