zijn hebben willen kunnen en zullen.

oefenen
zijn hebben willen kunnen zullen.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

oefenen
zijn hebben willen kunnen zullen.

Slide 1 - Diapositive

Valerie .... (tt) van haar kleedgeld een nieuwe winterjas gekocht.
(hebben)

Slide 2 - Question ouverte

Waarom.... (vt) Chantal nou niet even haar mond houden?
(kunnen)

Slide 3 - Question ouverte

De hongerspelen .. (tt) Luc in het engels gaan lezen.
(willen)

Slide 4 - Question ouverte

Boven het kampvuur .... (vt) we marsmallows warm gemaakt.
(hebben)

Slide 5 - Question ouverte

Op mijn toetsenbord .... (vt) de letter J weer vastgelopen.
(zijn)

Slide 6 - Question ouverte

Mijn opa ...(vt) altijd grappig zijn.
(willen)

Slide 7 - Question ouverte

Dan ... (vertellen vt) hij van die ouderwetse grapjes.

Slide 8 - Question ouverte

Die ik nog niet .... (kennen vt)

Slide 9 - Question ouverte

Dan ...(zijn vt) ze vaak wel grappig.

Slide 10 - Question ouverte

Maar mijn ouders ..... (kunnen vt) er niet om lachen.

Slide 11 - Question ouverte

Nee, want die .... (hebben vt) ze al zo vaak gehoord.

Slide 12 - Question ouverte

Zij .... (vinden vt) ze juist stom!

Slide 13 - Question ouverte

Nu...(zullen tt) ik nooit meer van die grapjes horen.

Slide 14 - Question ouverte

En dat ... (vinden tt) ik juist stom!

Slide 15 - Question ouverte

Hoe heb ik het gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage