H5 Taalverzorging zwakke werkwoorden

werkwoordspelling
Pak je laptop en log in.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

werkwoordspelling
Pak je laptop en log in.

Slide 1 - Diapositive

Sterkewerkwoorden zijn:
A
werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen
B
werkwoorden die in de verleden tijd stam +de(n) of +te(n) krijgen.

Slide 2 - Quiz

zwakke werkwoorden
stam +te (enkelvoud) of stam +ten (meervoud).

stam + de (enkelvoud) of stam + den (meervoud).

Slide 3 - Diapositive

De stam van een werkwoord is:
A
ik-vorm
B
het hele werkwoord
C
hele werkwoord -en

Slide 4 - Quiz

stam
Hele werkwoord -en

halen> hal
rennen> renn
niezen> niez

Slide 5 - Diapositive

Wat is de stam van:
winkelen

Slide 6 - Question ouverte

wat is de stam van:
redden?

Slide 7 - Question ouverte

wat is de stam van:
verven?

Slide 8 - Question ouverte

'T KoFSCHiP X
laatste letter van stam wel in 'T KoFSCHiP X?
> ik-vorm + te of + ten


laatste letter van stam niet in 'T KoFSCHiP X?
> ik vorm + de of + den

Slide 9 - Diapositive

wat is de ik-vorm van een werkwoord?
A
zelfde als stam
B
ww zoals je dat bij ik schrijft
C
hele werkwoord

Slide 10 - Quiz

Hoe doe je dat dan?
Erven
1. maak de stam
erven
2. staat de laatste letter in 'T KoFSCHiP X? 
nee, dus +de of + den
3. stam + de of + den
erfde (enkelvoud) of erfden (meervoud)

Slide 11 - Diapositive

Wij ... (beloven, vt)
Hoe schrijf je het werkwoord?

Slide 12 - Question ouverte

Ik ... (niezen, vt)

Hoe schrijf je het werkwoord?

Slide 13 - Question ouverte

De leraar .... (melden, vt)
Hoe schrijf je het werkwoord?

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag
Digitale lesboek H5 Taalverzorging, verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Maak startopdracht + 1 t/m 4.

Slide 15 - Diapositive