EHBO-reanimatie kinderen/drenkelingen

Reanimatie
Zuigelingen
Kinderen 
Drenkelingen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBsOMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Reanimatie
Zuigelingen
Kinderen 
Drenkelingen

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
Wat is het doel van een reanimatie? 
Wanneer ga je reanimeren?
Welke methodiek gebruik je? 
Theorie 
Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Feiten
-De overlevingskans bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis is bijna 1 op 4: van de 100 mensen die worden gereanimeerd overleven 20 tot 25 personen.
-300 Nederlanders per week dat een circulatiestilstand krijgt buiten het ziekenhuis.
-67 gemiddelde leeftijd van slachtoffers van een circulatiestilstand.
-10 minuten waarbinnen mensen overlijden bij een hartstilstand zonder reanimatie.
-70 procent van gevallen van een circulatiestilstand dat gebeurt in en rond het huis.

Slide 3 - Diapositive

Verslikking bij zuigeling
Zuigelingen krijgen bijna nooit iets aan hun hart.
Ze ademen niet meer door verslikking. 


Slide 4 - Diapositive

Geef 3 voorbeelden:
waar kan een baby zich in verslikken?

Slide 5 - Carte mentale

Reanimeren, bij zuigelingen, kinderen en drenkelingen start je met:
A
borstcompressies
B
beademen

Slide 6 - Quiz

Met hoeveel beademingen start je?

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel borstcompressies komen na deze 5 beademingen?

Slide 8 - Question ouverte

De verhouding beademen / borstcompressies is:
A
30-2-30-2-30etc
B
5-15-5-15-5etc.
C
5-15-2-15-2-etc.

Slide 9 - Quiz

Waar plak je bij een zuigeling
de elektroden?

Slide 10 - Question ouverte

Borstcompressies bij een zuigeling: maak een foto van de houding van je hand.

Slide 11 - Question ouverte

AED
In de volgende film zie je hoe je een AED gebruikt bij reanimatie van een zuigeling


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

  • Aandachtspunten reanimatie zuigeling:




Kinlift
- 1 vinger
- 1 hand op voorhoofdje
Beademen:
- kinlift
- mond over neus en mond
- 1 tot 1,5 seconde totdat het borstkasje iets omhoog komt
Compressies:
- 2 vingers op het borstbeen
- 4cm diep

Slide 15 - Diapositive

Reanimatie kind (1 - 11 jaar)
Compressies:

- met 1 hand
- 5 cm diep

Slide 16 - Diapositive


Wat doe je met een kind met een hartafwijking?
0-1
2-11
12+
drenkeling
aantal
5-15-2-15
5-15-2-15
30-2-30-2
5-30-2-30
diepte 
4 cm
5 cm
5-6 cm
5-6 cm
hoeveel lucht
pufje
puf
zucht
zucht
handpositie
2 vingers
1 hand
2 handen
2 handen
AED
borst / rug
borst / rug
borst
borst

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Oorzaak van geen ademhaling bij een zuigeling is meestal:
A
blokkade van de luchtweg
B
hartproblemen

Slide 19 - Quiz

Wat doe je als eerste als
een zuigeling zich
verslikt?
A
ondersteboven houden
B
rugslagen
C
buikcompressies

Slide 20 - Quiz

Wat is een aandachtspunt
bij handelen bij
verslikking (zuigeling)?
A
bij rugslagen en borstcompressies hoofd naar beneden
B
alleen bij rugslagen hoofd naar beneden
C
alleen bij borstcompressie hoofd naar beneden
D
hoofd rechtop houden

Slide 21 - Quiz

Reanimatie van
zuigelingen:
A
30-2-30-2
B
5-15-2-15
C
5-15-5-15
D
2-15-2-15

Slide 22 - Quiz

Beademen van een zuigeling...
A
.... gaat hetzelfde als bij een volwassenen
B
....doe je over mond en neus

Slide 23 - Quiz

Borstcompressies bij een kind (1-11)
A
doe je met 2 handen
B
doe je met 1 hand

Slide 24 - Quiz

Bij een drenkeling:
A
start je met 2 beademingen
B
start je met 5 beademingen
C
start je met 15 borstcompressies
D
start je met 30 borstcompressies

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

0

Slide 27 - Vidéo

Inhoud
Wat is het doel van een reanimatie? 
Wanneer ga je reanimeren?
Welke methodiek gebruik je? 
Theorie 
Oefenen

Slide 28 - Diapositive

Vragen?
Tips en Tops

Slide 29 - Carte mentale

Opdracht handeling oefenen
Tijd
20 minuten
Hoe?
Je gaat in tweetallen (tweetallen mag je zelf maken) de handeling volgens het protocol oefenen. 
Hulp
De stappen van het protocol, medestudent of de docent.
Klaar?
Maak een reflectie volgens een methodiek wat je geleerd hebt en wat het met je doet in deze les. (Inleveren in Teams) 
Wat?
Je gaat de handeling volgens het protocol oefenen. 

Slide 30 - Diapositive