5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel

5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 1 - Diapositive

Terugblik!

Slide 2 - Diapositive

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 4 - Quiz

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
handwortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 6 - Question de remorquage

Is de volgende zin juist of onjuist:
"Alle organismen hebben een inwendig skelet."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

rood beenmerg
geel beenmerg
voorbeeld botten
pijpbeenderen
platte beenderen
wel
wel
wel
geen
ribben
opperarmbeen
schouderblad
ellepijp

Slide 8 - Question de remorquage

Rode bloedcellen aanmaken
Vetopslag
Rood beenmerg
Geel beenmerg

Slide 9 - Question de remorquage

Is de volgende zin juist of onjuist:
"De schedel steunt op de borstwervels"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Kies het juist antwoord:
"Hoe heet het bot dat aan de kant van de pink zit in de arm?"
A
Opperarmbeen
B
Spaakbeen
C
Ellepijp

Slide 11 - Quiz

Kies het juist antwoord:
"Welke wervels zitten er aan het uiteinden van de wervelkolom, na het heiligbeen?"
A
Heiligbeen
B
Staartbeen
C
Halswervels

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de functies van het skelet?

Slide 13 - Question ouverte


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 14 - Quiz

Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen

Slide 15 - Quiz

Leerdoelen
5.2.1 Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.
5.2.2 Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Kun jij je grote teen in je mond stoppen? De meeste baby’s kunnen dit wel, maar pubers vaak niet meer. In deze basisstof leer je hoe dat komt.


Slide 16 - Diapositive

Kalk en lijmstof
Botten bestaan uit lijmstof en kalkzouten. 
Lijmstof is te vergelijken met een gum, heel erg buigbaar maar niet echt stevig. Kalkzout is te vergelijken meet een bord krijtje: heel erg hard maar makkelijk te breken. De combinatie zorgt ervoor dat botten een beetje buigzaam zijn maar ook erg stevig. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Weefsel
Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie. Twee weefsels voor stevigheid zijn beenweefsel en kraakbeenweefsel. De meeste botten bestaan voor het grootste deel uit beenweefsel

Slide 19 - Diapositive

Beenweefsel
Beenweefsel is hard, heel stevig en bijna niet buigzaam. Bij beenweefsel liggen de cellen in kringen om buisjes heen. Door die buisjes lopen de bloedvaten. De cellen zijn met elkaar verbonden door uitlopers.  De tussencelstof van  beenweefsel is harder dan van kraakbeen. Er zitten zitten veel kalkzouten en weinig lijmstof. 

Slide 20 - Diapositive

Kraakbeenweefsel
In kraakbeenweefsel liggen kraakbeencellen in groepjes bij elkaar met daartussen de tussencelstof. De tussencelstof wordt gemaakt door de cellen. Door de tussencelstof is het kraakbeen stevig maar toch elastisch. Daardoor kan kraakbeen buigen. De botten van een baby bestaan vooral uit kraakbeenweefsel.

Slide 21 - Diapositive

Veranderingen in het skelet
Als een baby ouder wordt, verdwijnt veel van het kraakbeen. Er komt dan steeds meer beenweefsel voor in de plaats. Dus de lijmstof wordt langzaam vervangen door kalkzouten. Hoe ouder je bent hoe minder kalkzouten. Daarom hebben oude mensen meer kans op het breken van botten.  

Slide 22 - Diapositive

Plekken waar altijd kraakbeen is
  In de neus.
 Tussen borstbeen en ribben.
 Tussen de wervels van de wervelkolom.
In de oorschelp.

Slide 23 - Diapositive

Kraakbeen en been

  • Kraakbeenweefsel bestaat uit kraakbeencellen. Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk.

  • Beenweefsel bestaat uit beencellen. Tussencelstof met veel kalk en weinig lijmstof.

Slide 24 - Diapositive

Baby's
Hebben veel lijmstof en weinig kalk in hun botten. Ze breken bijna nooit een bot. Ze zijn ook erg soepel en lenig. 

Bejaarden
Hebben veel kalk en weinig lijmstof in hun botten. Als ze vallen, breken ze snel hun botten. 


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Aan het werk! Biologie

Wat? 5.2  Kraakbeenweefsel en beenweefsel - opdrachten 1 t/m 11
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Ga verder met je samenvatting!

timer
1:00

Slide 27 - Diapositive

Heb je nog tijd voor een quizzzz?

Slide 28 - Diapositive

Welke stof zorgt voor de soepelheid/beweegbaarheid van de botten?
A
Kalkstof
B
lijmstof

Slide 29 - Quiz

Leg in eigen woorden uit waarom baby's bijna nooit een bot breken.

Slide 30 - Question ouverte

welke stof beschermt onze botten tegen slijtage?
A
lijmstof
B
kalk
C
kraakbeen

Slide 31 - Quiz

De beenderen van een kind bevatten meer kalk dan de beenderen van een oudere
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quiz

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit:
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 33 - Quiz

Met welke stof kun je kalk uit het bot halen?
A
zoutzuur
B
azijn
C
chloor
D
terpentine

Slide 34 - Quiz

Dit heb ik geleerd vandaag:

Slide 35 - Question ouverte

Dit vond ik een moeilijk onderdeel uit de les:

Slide 36 - Question ouverte

Waar ging het ook alweer over?

Slide 37 - Diapositive

botten
een bot bestaat uit kalk en lijmstof

kalk zorgt voor de stevigheid

lijmstof zorgt voor de buigzaamheid

Slide 38 - Diapositive

kraakbeen
kraakbeen werkt iets anders dan botten. 

waarbij botten veel kalk hebben en weinig lijmstof is het bij kraakbeen andersom

het is nogsteeds stevig maar ook buigzaam

Slide 39 - Diapositive

samenstelling
als je ouder wordt veranderd de samenstelling van botten.

lijmstof is bij kinderen nog erg hoog maar neemt naarmate je ouder wordt steeds meer af.
kalk neemt juist toe.

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive