Karnaval Deutschland

Karnaval Deutschland
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Karnaval Deutschland

Slide 1 - Diapositive

Wie wird Karneval in Deutschland oft genannt?
A
Fastnacht/Fasching
B
Karnaval
C
Schnapss
D
Bierballet

Slide 2 - Quiz

Fasching /Karnaval
Carnaval in Duitsland kent verschillende namen, afhankelijk van de regio. 
In het westen, vooral in Keulen en Düsseldorf, heet het vaak Karnaval. In Zuid-Duitsland (in Beieren en wordt  Fastnacht/Fasching gezegd). Hoewel de namen verschillen, vieren mensen overal het feest met optochten, verkleedpartijen en feesten.

Slide 3 - Diapositive

In welcher deutschen Stadt findet der größte Karnevalsumzug statt?
A
Frankfurt am Main
B
Berlin
C
Köln
D
München

Slide 4 - Quiz

Carnavalsoptocht Köln!
Honderdduizenden bezoekers. Gigantische praalwagens, carnavalsgroepen en muziekkorpsen trekken door de stad. Er worden snoepjes en andere lekkernijen naar het publiek gegooid, wat ‘Kamelle!’ wordt genoemd. 

Slide 5 - Diapositive

An welchem Tag beginnt offiziell die Karnevalssaison in Deutschland?
A
11. Januar
B
11. Februar
C
11. November
D
11. Dezember

Slide 6 - Quiz

11-11
Het carnavalsseizoen begint al maanden voor de eigenlijke festiviteiten. Op 11 november om 11:11 uur komen carnavalsverenigingen bijeen om het seizoen te openen. Vanaf dan wordt alles voorbereid, zoals de verkiezing van de prinscarnaval en de bouw van wagens. De echte vieringen starten pas in februari, in de week voor Aswoensdag. Dit is het begin van de vastentijd voor Pasen.

Slide 7 - Diapositive

Was ist ein traditioneller Karnevalsgruß in Düsseldorf?
A
Alaaf
B
Prost
C
Helau
D
Grüß Gott

Slide 8 - Quiz

Alaaf / Helau
In Keulen roepen mensen tijdens carnaval "Kölle Alaaf!" Dit betekent zoiets als "Keulen boven alles" en wordt gebruikt om elkaar te begroeten. In Düsseldorf  zegt men "Helau!". Deze groeten worden vaak geroepen door het publiek als er wagens langskomen. Het is een belangrijk onderdeel van de carnavalscultuur.

Slide 9 - Diapositive

Was passiert am Rosenmontag?
A
Die großen Karnevalsumzüge finden statt
B
Die Fastenzeit beginnt.
C
Die Stadt wird mit Luftballons geschmückt.
D
Die Stadt wird mit Rosen geschmückt.

Slide 10 - Quiz

Rosenmontag
Een belangrijke dag tijdens het carnaval in Duitsland. Het is een hoogtepunt van de carnavalsvieringen en wordt gekenmerkt door grote optochten met praalwagens, verklede deelnemers en veel muziek en dans.

Slide 11 - Diapositive

Welche Farbe ist traditionell mit dem Karneval verbunden?
A
blau, orange, schwarz
B
rot, blau, gelb
C
gelb, lila, blau
D
gelb, grün, rot

Slide 12 - Quiz

Geel, rood en groen
Vreugde en uitgelatenheid. Deze kleuren zijn vaak te zien in de kostuums, versieringen en feestwagens. In veel steden worden deze kleuren ook gebruikt in de verenigingskleuren van de carnavalsverenigingen. Elk jaar worden nieuwe kostuums en ontwerpen gecreëerd die deze levendige kleuren bevatten om de feestelijke sfeer van het carnaval te benadrukken.

Slide 13 - Diapositive

Welche typische Süßigkeit wird während des Karnevals gegessen?
A
Krapfen
B
Bratwurst
C
Berliner
D
Bretzel

Slide 14 - Quiz

Krapfen/Berliner

Slide 15 - Diapositive