2122 Huiswerkles 5H Rechtsstaat 1

DE RECHTSSTAAT
- Wat houdt dat in?
- Waarom is het goed dat we een rechtsstaat hebben?
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

DE RECHTSSTAAT
- Wat houdt dat in?
- Waarom is het goed dat we een rechtsstaat hebben?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen zelfstandige les
- Je weet welke kenmerken een Rechtstaat heeft
- Je weet wat voordelen van een Rechtstaat zijn
- Je kan de kenmerken van een Rechtstaat herkennen in de actualiteit.

Slide 2 - Diapositive

Denk terug aan het Landenspel van vorige les. Welke kenmerken van een rechtstaat kun je je herinneren?

Slide 3 - Carte mentale

Zwakke Rechtstaat
Sterke Rechtstaat
Welk land heeft volgens jou de sterkste Rechtsstaat? Zet deze landen op volgorde van zwak naar sterk.
Nederland
Verenigde staten
Indonesie
Denemarken
Venezuela

Slide 4 - Question de remorquage

Lees 'Regels en wetten' en 'Wat is rechtvaardig? p. 28-29 en bron 1 op p. 30. Noem een rechtsnorm die vroeger anders was dan nu.

Slide 5 - Question ouverte

5 kenmerken van een rechtsstaat:
1. Grondwet – Hierin staan de belangrijkste wetten en grondrechten. 
2. Legaliteitsbeginsel – Je kunt alleen gestraft worden voor iets dat in de wet staat. 
3. Burgers hebben gelijke rechten – Iedereen is gelijk volgens de wet. 
4. Machtenscheiding – Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zijn gescheiden 
5. Onafhankelijke rechtspraak – De rechter is onafhankelijk

Slide 6 - Diapositive

Zoek online een definitie van 'staat'. Leg hieronder in je eigen woorden uit wat een 'Rechtsstaat' volgens jou is.

Slide 7 - Question ouverte

Grondwet
De volgende filmpjes en vragen gaan over de grondwet.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo


A

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo


A

Slide 12 - Quiz

Machtenscheiding
Lees 'verdeling van de macht' p. 32-33
En beantwoord de volgende (sleep)vragen.

Slide 13 - Diapositive

Trias Politica
Scheiding der machten
Sleep de juiste afbeelding naar elke macht
Wetgevende 
macht
Uitvoerende 
macht
Rechterlijke
macht

Slide 14 - Question de remorquage

Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten handhaven
parlement + ministers
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
wetten maken
de regering (ministers)

Slide 15 - Question de remorquage

Lees: Hoe was het vroeger?
Absolute monarchie
Franse revolutie: meer macht voor volk, minder koning
1848: NL eerste grondwet
Daarna: steeds meer wetten & meer overheid

Slide 16 - Diapositive

Leg uit wat een absolute monarchie is.

Slide 17 - Question ouverte

Hebben we in Nederland een monarchie?
A
Ja, een absolute monarchie
B
Ja, een monarchie maar met een grondwet
C
Nee, we zijn een republiek
D
Nee, want we zijn een rechtsstaat

Slide 18 - Quiz

Check je kennis
Er volgen nu 10 stellingen. Welke stelling past bij een rechtsstaat en welke niet? 

Slide 19 - Diapositive

Ministers bemoeien zich met lopende rechtszaken.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 20 - Quiz

Ook de koning moet zich aan de wet houden
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 21 - Quiz

Een politicus moet voor de rechtbank verschijnen. De minister van justitie wil dat de zaak niet doorgaat en belt met de Officier van Justitie.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 22 - Quiz

Politieagenten die verdacht worden van een misdrijf moeten voor de rechter komen.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 23 - Quiz

Eén politieke partij wil alle andere partijen verbieden.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 24 - Quiz

Het maakt niet uit of een rechter lid is van een politieke partij.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 25 - Quiz

Een rechter vindt de wet niet streng genoeg. Hij besluit een verdachte een hogere straf te geven dan in de wet staat.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 26 - Quiz

De verdachte van een moord wordt door de rechter vrijgesproken. De Tweede Kamer is het hier niet mee eens en eist van de minister van justitie dat de verdachte wordt gestraft.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 27 - Quiz

De minister-president is aangeklaagd. Een meerderheid van het parlement beslist dat hij niet vervolgd mag worden.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 28 - Quiz

De Tweede Kamer kan niet tijdens een strafproces de wet wijzigen, om een verdachte een hogere straf te geven.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtsstaat

Slide 29 - Quiz

Toepassing
Kijk het volgende fragment van 'Zondag met Lubach' en beantwoord daarna de vragen in de slides.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Leg kort uit over welk probleem het in het fragment gaat.

Slide 32 - Question ouverte

Welke kenmerken van een rechtsstaat komen volgens Lubach in de knel?
A

Slide 33 - Quiz

Waarom is het raar dat Geert Wilders de Hongaarse president Orbàn als voorbeeld ziet?

Slide 34 - Question ouverte

Reflectie
Beantwoord deze (laatste) vragen over wat jij vond van deze les.

Slide 35 - Diapositive

Hoe lang heb je over de les gedaan
A
Minder dan 20 min
B
20-40 min
C
40 min-1 uur
D
Meer dan een uur

Slide 36 - Quiz

Hoe moeilijk vond je de les? (0=veel te makkelijk, 100=veel te moeilijk)
0100

Slide 37 - Sondage

Hoe goed begrijp je nu wat een Rechtstaat is? (0=helemaal niet, 100=heel goed)
0100

Slide 38 - Sondage

Tot volgende week!

Slide 39 - Diapositive