Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Gedrag N2
Gedrag N2
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Gedrag N2
Slide 1 - Diapositive
Ethologie betekent…
A
De studie van het dierlijk gedrag.
B
De studie van het menselijke lichaam.
C
De studie van planten en bomen.
Slide 2 - Quiz
Waarom is het als dierverzorger belangrijk om iets te weten over gedrag?
Zodat je weet wanneer je het dier moet voeren.
Om beter in te kunnen spelen op de behoeften van dieren en stress of ziekte te herkennen.
Omdat je dan weet waar een dier het liefst slaapt.
Slide 3 - Sondage
Slide 4 - Diapositive
Hoe ontstaat gedrag?
A
Door toevallige bewegingen van het dier.
B
Door een combinatie van uitwendige en inwendige prikkels.
C
Alleen door externe geluiden.
Slide 5 - Quiz
Waarom reageren we niet op elke uitwendige prikkel die we krijgen?
A
Omdat onze hersenen selecteren welke prikkels belangrijk zijn.
B
Omdat we maar één prikkel tegelijk kunnen waarnemen.
C
Omdat we alle prikkels negeren.
Slide 6 - Quiz
Wat is het verschil tussen solitair gedrag en sociaal gedrag bij dieren?
A
Solitair gedrag betekent dat een dier alleen leeft, terwijl sociaal gedrag betekent dat een dier in een groep leeft.
B
Solitair gedrag betekent dat een dier in een grote groep leeft, terwijl sociaal gedrag betekent dat een dier alleen leeft.
C
Solitair gedrag betekent dat een dier alleen leeft, terwijl sociaal gedrag betekent dat een dier samen met mensen leeft.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Vidéo
Wat is aangeboren gedrag?
A
Gedrag dat door een trainer is aangeleerd.
B
Gedrag dat al vanaf de geboorte aanwezig is.
C
Gedrag dat een dier leert van zijn moeder.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Maternaal gedrag
Voortplantingsgedrag
Fourageergedrag
Rustgedrag
Territoriumgedrag
Een moeder likt haar baby
Een mannelijk dier dekt een vrouwelijk dier
Een dier eet
Een dier slaapt
Een dier plast op dingen in zijn omgeving
Slide 11 - Question de remorquage
Waarom vormen sommige dieren een kudde of roedel?
A
Om meer eten te vinden.
B
Om bescherming te Om bescherming te bieden tegen roofdieren
C
Omdat ze niet alleen willen zijn
D
om efficiënter te jagen.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
Hoe beïnvloedt rangorde of hiërarchie het leven van dieren in een groep?
A
De dieren met de laagste rang krijgen altijd het meeste voedsel.
B
De dieren met een hogere rang krijgen vaak als eerste toegang tot voedsel en partners.
C
Rangorde heeft geen invloed op het leven van dieren in een groep.
Slide 14 - Quiz
Wat is het verschil tussen monogamie en polygamie in het dierenrijk?
A
Monogamie betekent dat een dier meerdere partners heeft, terwijl polygamie betekent dat een dier slechts één partner heeft
B
Monogamie betekent dat een dier slechts één partner heeft, terwijl polygamie betekent dat een dier meerdere partners heeft.
C
Monogamie en polygamie betekenen hetzelfde in het dierenrijk.
Slide 15 - Quiz
Territoriaal gedrag betekent dat dieren hun eigen gebied verdedigen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Sommige vogelsoorten trekken in de winter naar warmere gebieden om voedsel te vinden. Hoe wordt dit gedrag genoemd?
A
Hibernatie
B
Migratie
C
Camouflage
D
Solitair
Slide 17 - Quiz
In een groep olifanten is er vaak één leider. Wie is dat meestal?
A
De sterkste mannetjesolifant
B
Het oudste vrouwtje
C
De jongste olifant
Slide 18 - Quiz
Vleermuizen gebruiken echolocatie om hun weg te vinden en prooien te vangen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Wat is het voordeel van camouflage voor dieren zoals kameleons of octopussen?
A
Ze kunnen meer eten vinden.
B
Ze kunnen beter slapen.
C
Ze kunnen zich beter verbergen voor vijanden.
Slide 20 - Quiz
Wat is comfortgedrag?
A
Gedrag waarbij een dier zichzelf verzorgt, zoals wassen en krabben
B
Gedrag dat een dier vertoont als het bang is.
C
Gedrag dat alleen voorkomt als een dier eet.
Slide 21 - Quiz
Wat is een kenmerk van een
matriarchale groep bij dieren, zoals bij sommige apensoorten
A
De mannetjes leiden de groep.
B
Er is geen duidelijke leider.
C
De vrouwtjes leiden de groep.
Slide 22 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Problemgedrag les 1
Mai 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 3
Les 3 - Dierkennis 3 Gedrag en natuurlijke behoeften
Août 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 2
Gedrag- Zangvogels
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 2,3
Normaal gedrag: 2
Décembre 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 2
Normaal gedrag: 1
Mars 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 2
Les 4
Juin 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Workshop 3: Gedragssystemen
Mars 2020
- Leçon avec
28 diapositives
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 3
Gedrag 1
Août 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1