Taal actief gr. 5 woordenschat T2

Welke woorden?
1 / 12
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden?

Slide 1 - Carte mentale

Wat betekent iets keuren?
A
Iets weggooien
B
Kijken of iets goed is.
C
Smikkelen
D
Iets maken

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de vijf zintuigen?

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent iets onduidelijk zien?
A
vaag
B
lekker belangrijk
C
wazig
D
duidelijk

Slide 4 - Quiz

Wat is zicht?
A
voelen
B
ruiken
C
proeven
D
zien

Slide 5 - Quiz

Wat is tastzin?
A
voelen
B
ruiken
C
proeven
D
zien

Slide 6 - Quiz

Wat is reuk?
A
voelen
B
ruiken
C
proeven
D
zien

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je zo'n papier dat je krijgt als je geslaagd bent?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een chef-kok?
A
Een schilder
B
De kok in de keuken
C
De baas in de keuken
D
Een ober

Slide 9 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Een monocle
B
Een loep
C
Een microscoop
D
Een bril

Slide 10 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
slechthorend
B
doventolk
C
lenzen
D
gebarentaal

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurt hier?
A
Ze zijn verliefd
B
De ene hond vertelt een mop aan de andere.
C
Die linker laat opeens een harde scheet
D
Ze reageren op elkaar

Slide 12 - Quiz