Les 3 poëzie

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Een leesboek
Nieuw Nederlands boek
Schrift en pen
timer
15:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Een leesboek
Nieuw Nederlands boek
Schrift en pen
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Jeugdjournaal
Bedenk 2 inhoudelijke vragen
(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
1. Mededelingen
2. Terugblik
3. Poëzie
4. Aan de slag
5. Evaluatie en huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
Ik kan een gedicht licht analyseren.

Slide 5 - Diapositive

Wat hebben we toen gedaan?
1. 2 gedichten besproken
2. Licht geanalyseerd
3. Mini-opdracht

Slide 6 - Diapositive

Lesdoel
Je weet wat beeldspraak is en kunt dit toepassen.

Slide 7 - Diapositive

1. Wat is poëzie?
Even terug: wat is poëzie ook alweer?


Slide 8 - Diapositive

2. Beeldspraak
"Hoe kun je iets op een originele manier zeggen?"
Beeldspraak betekent dat je iets vergelijkt met iets anders om het mooier, duidelijker of gevoeliger te maken. Het zorgt ervoor dat je meer voelt bij wat je leest.

Slide 9 - Diapositive

Wat is beeldspraak?

Vergelijking: je vergelijkt twee dingen en gebruikt woorden als als, net als, zoals.
Voorbeeld: Hij is zo sterk als een beer.
Metafoor: je zegt dat iets is als iets anders, zonder vergelijkingswoord.
Voorbeeld: Mijn hoofd is een warboel.

Slide 10 - Diapositive

3. Oefenen
"Ik ben moe" 
"Ik ben boos" 
"Ik ben blij" 

Slide 11 - Diapositive

→ Ik ben een lege batterij.
→ Er stormt onweer in mijn buik.
→ Ik zweef als een ballon.
Wat hadden jullie?

Slide 12 - Diapositive

4. Zelf schrijven
- Kies een onderwerp (jezelf, een gevoel, school, hobby).
- Schrijf een kort gedicht van 4-6 regels waarin je minimaal één metafoor of vergelijking gebruikt.
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

5. Bespreken
- “Welk gedicht vind jij meer ‘een echt gedicht’? En waarom?”
- Wat doet beeldspraak met een gedicht? Hoe maakt het je tekst sterker of mooier?

Slide 14 - Diapositive

Lesdoel
Ik weet wat beeldspraak is en kan dit toepassen.

Slide 15 - Diapositive

Evaluatie
Wat ging er goed deze les? 
Wat ging er minder goed?
Wat heb ik geleerd?

Slide 16 - Diapositive