Thema 2 oefentoets

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Thema 2 oefentoets

In een organisme komen onder andere cellen, organen, organenstelsels en weefsels voor.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van klein naar groot?

1. Cel – orgaan – organenstelsel – organisme.
2. Orgaan – organenstelsel – organisme – cel.
3. Organenstelsel – cel – orgaan – organisme
4. Organisme – organenstelsel – orgaan – cel.

Door een microscoop kijkend, ziet Jola een stukje papier met daarop de letter p.
In werkelijkheid ligt onder de microscoop de letter

Noteer nummer 1, 2 en 4
noteer zo:
1=
2=
4=

In de luchtpijp zitten spieren, cellen met trilharen en cellen die de buitenkant bedekken.
Tot hoeveel weefsels en tot hoeveel organenstelsels hoort de luchtpijp?

1. Tot één weefsel en één organenstelsel.
2. Tot één weefsel en drie organenstelsels.
3. Tot drie weefsels en één organenstelsel.
4. Tot drie weefsels en drie organenstelsels.

Is dit een dierlijke of plantaardige cel, of kan je dat niet weten? Leg uit.

Arthur gebruikt een microscoop met een oculair dat 5 × vergroot. Hij draait een objectief voor dat 40 × vergroot.
Met welke vergroting bekijkt hij het preparaat?

In de afbeelding is een microscopische tekening te zien van een deel van een plant.
Stelling 1. In deze tekening zijn meerdere cellen te zien.
Stelling 2. In deze tekening is slechts één weefsel te zien.

1. Beide stellingen zijn juist.
2. Alleen stelling 1 is juist.
3. Alleen stelling 2 is juist.
4. Geen van beide stellingen is juist.

In de afbeeldingen is een hond weergegeven op twee verschillende momenten
tijdens het rennen. In de afbeelding geeft de letter R het orgaan aan dat de borstholte van de buikholte scheidt.
Geef de naam van dit orgaan.

Vandaag is er practicum. De leerlingen werken in duo's. Ieder duo krijgt van de lerares vier microscooppreparaten. Op elk preparaat zit een etiketje (zie deafbeelding). Kirsten en Angeline werken samen.
Kirsten en Angeline krijgen de opdracht om een preparaat van dierlijke cellen te bekijken.
In één van de preparaten zijn de meisjes er zeker van dat er geen celwanden om de cellen aanwezig zijn.
In welk preparaat is dat?

1. Preparaat 1.
2. Preparaat 2.
3. Preparaat 3.
4. Preparaat 4.

Bekijk de afbeelding.
Enkele organen van een Fries melkschaap zijn: hart, lever, longen, maag, slokdarm. Welke twee van deze organen bevinden zich volledig in de borstholte

De aorta en de holle ader gaan beide door het middenrif heen.

1. juist
2. onjuist

Zet de juiste naam bij het juiste onderdeel.
Klik op de afbeelding om te vergroten.
Benoem nummer 10
(let op: maak geen spellingsfouten!).

Wat is een orgaanstelsel?

1. Een orgaan wat in de buikholte ligt
2. Een groep organen
3. Een groep weefsels die samenwerken
4. Een groep organen die samenwerken

Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?

1. skelet
2. Verteringsstelsel
3. Skelet en verteringsstelsel

Zet de juiste naam bij het juiste onderdeel.
Klik op de afbeelding om te vergroten.
Benoem nummer 7
(let op: maak geen spellingsfouten!).

In de afbeelding is een aantal organen in de borst- en buikholte van een man weergegeven.Van welke twee orgaanstelsels zijn delen in de buikholte getekend?

1. van het uitscheidingsstelsel en van het verteringsstelsel
2. van het uitscheidingsstelsel en van het voortplantingsstelsel
3. van het verteringsstelsel en van het voortplantingsstelsel

Zet de juiste naam bij het juiste onderdeel.
Klik op de afbeelding om te vergroten.
Benoem nummer 5
(let op: maak geen spellingsfouten!).

Hoe heet orgaan nummer 7?

In de afbeelding is een bladcel afgebeeld.
Welke onderdelen van deze plantaardige cel komen ook bij dierlijke cellen voor? .......

1. 1, 2 en 5.
2. 1, 4 en 5.
3. 2, 3 en 6.
4. 2, 5 en 6.

Hoe heet orgaan nummer 3?

Hoe heet orgaan nummer 6?

Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?

1. Ademhalingsstelsel
2. Verteringsstelsel
3. Bloedvatenstelsel
4. Spierstelsel

Hoe heet orgaan nummer 9?

Tijdens een practicum wil Desi een preparaat door een microscoop bekijken. Ze wil eerst een overzicht van het preparaat.
Bij welk vergroting moet zij dan kijken?

1. 40 x
2. 100 x
3. 400 x

Hoe heet orgaan nummer 10?

Wat is een orgaan?

Hoe heet orgaan C?

Hoe heet orgaan A?

Hoe heet orgaan nummer 11?

Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?

1. Ademhalingsstelsel
2. Verteringsstelsel
3. Bloedvatenstelsel
4. Spierstelsel

Hoe heet orgaan nummer 4?

In de afbeelding is een orgaan getekend.
Tot welk orgaanstelsel behoort dit orgaan?

1. ademhalingsstelsel
2. bloedvatenstelsel
3. spierstelsel
4. zenuwstelsel

In afbeelding is een dierlijk weefsel getekend.

1. juist
2. onjuist

De revolver is aangegeven met nummer 7.

1. juist
2. onjuist

De afbeelding geeft een deel van de opperhuid van een blad weer met een huidmondje. De letters P en Q geven twee cellen aan. Behoren cel P en cel Q tot hetzelfde soort weefsel? Leg je antwoord uit.

1. Ja, ze liggen tegen elkaar aan
2. Ja, ze hebben dezelfde vorm
3. Nee, ze hebben een andere bouw en functie

Welk orgaanstelsel zie je hier?

1. Beenderstelsel
2. Bloedvatenstelsel
3. Ademhalingsstelsel
4. Verteringsstelsel