26-01 A3d/G3a
1 / 28
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De part-toets was prima te doen.
timer
0:30
Oui, Vond ik wel!
Als ik geleerd had wel, dommage.
Nou, un petit peu. Een beetje.
Nee, hij was echt VEEL te difficile.
Slide 2 - Sondage
Ik voelde me goed voorbereid op de part-toets.
timer
0:30
Oui, de lessen hebben zeker geholpen. Zelf heb ik ook goed gewerkt.
Oui, de lessen waren goed, maar ik had zelf meer moeten doen.
Non, ik had niet zo veel aan de lessen. Ik heb het meeste zelf moeten doen.
Non, de lessen had ik niks aan en zelf heb ik ook niet zo veel uitgevoerd.
Slide 3 - Sondage
Slide 4 - Diapositive
Comment on dit "Woensdag ga ik wielrennen met 45 vrienden." en français?
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Comment on dit: "In december begint de winter in het westen." en français?
timer
1:00
Slide 6 - Question ouverte
Comment on dit: "Ze zijn 96 dagen in Toulouse gebleven." en français?
timer
1:00
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Welke stellingen zijn juist?
A: Ingrid is de nieuwe vriendin van de spreker.
B: De serie Lupin heeft heel veel succes gehad
C: De spreker wil niet te veel spoilen over de serie.
A: Ingrid is de nieuwe vriendin van de spreker.
B: De serie Lupin heeft heel veel succes gehad
C: De spreker wil niet te veel spoilen over de serie.
A
A,B,C
B
A,C
C
A,B
D
B,C
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Wat is het grootste verschilt tussen Sherlock Holmes en Arsène Lupin?
A
Arsène Lupin is ook een detective, maar hij focust zich vooral op kunstwerk.
B
Arsène Lupin is meer als Robin Hood, hij helpt de armen vaak.
C
Arsène Lupin is een "gentleman" en dat is Sherlock Holmes niet.
D
Arsène Lupin is een dief en juist geen detective als Sherlock Holmes.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
Wat wordt gezegd over Maurice Leblanc?
A
Hij heeft ook Manga's gemaakt over Arsène Lupin (AL).
B
Hij hield ervan verwarring te zaaien over het bestaan van AL
C
Hij komt uit de 19e eeuw.
D
AL is geïnspireerd op een echte dief die hij kende.
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
Wat is een feuilleton?
A
Een literair genre dat in de 19e eeuw is ontstaan.
B
Het is een Amerikaanse serie.
C
Het is een soort krant.
D
Het is een oude manier om mensen steeds opnieuw de krant te laten kopen.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Vidéo
Wat gebeurde er in "La Belle Époque?" (meerdere antwoorden juist)
A
Het thema "cambrioleur" was erg populair.
B
De bourgeosie ging uit jaloezie steeds meer inbraken plegen.
C
Frankrijk ontwikkelde zich niet economisch, politisch en sociaal.
D
De bourgeoisie werd rijker, daarom werden ze veel overvallen.
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
Wat wordt er niet gezegd over Marius Jacob?
A
Hij was heel slim.
B
Hij was eigenlijk Arsène Lupin.
C
Hij was een anarchist.
D
Hij heeft bij veel belangrijke mensen ingebroken.
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Vidéo
Wat is niet waar over Arsène Lupin?
A
Hij was een fictief personage.
B
Hij is gestopt met overvallen plegen.
C
Hij is altijd overvallen blijven plegen.
D
Hij was niet meer anarchist, maar juist van de bourgeoisie.
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Ik vond deze les leuk!
Oui!
Un petit peu.
Non, c'était horrible.
Slide 24 - Sondage
Ik heb goed kunnen oefenen met luistervaardigheid.
Oui!
Un petit peu.
Non, pas du tout.
Slide 25 - Sondage
Ik ben ready voor de luistertoets!
Oui!
Un petit peu.
Non, pas du tout.
