2.01 presentatie voorbereiden en houden

Programma
Stillezen
  • Studiewijzer periode 2 bespreken.
  • Oefenen kijk- en luistertoets.
  • Terugblik uitleg: presentatie voorbereiden en houden (kern 32+ 33).
  • --> Je maakt aantekeningen tijdens de uitleg.

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma
Stillezen
  • Studiewijzer periode 2 bespreken.
  • Oefenen kijk- en luistertoets.
  • Terugblik uitleg: presentatie voorbereiden en houden (kern 32+ 33).
  • --> Je maakt aantekeningen tijdens de uitleg.

Slide 1 - Diapositive

Leesboek:
periode 2
timer
12:00

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Je oefent met de kijk- en luistertoets.

Je oefent met het maken van aantekeningen tijdens het luisteren.

Je hoort nog van je docent wanneer deze afgenomen wordt.

Slide 3 - Diapositive

Oefenen kijk- en luistertoets 'tekstbegrip'

Je krijgt een fragment te zien (32 minuten, in twee gedeeltes).
Je maakt tijdens het kijken naar het fragment aantekeningen.
Het fragment begint.
In de tussenpauze maak je opdracht 1 t/m 9 (er loopt een timer mee).
Het fragment gaat verder en je maakt aantekeningen.
Je krijgt tijd om de overige vragen te maken na het tweede gedeelte.

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen

Slide 5 - Diapositive

presentatie voorbereiden 

Slide 6 - Diapositive

Lesdoel presenteren

  • De leerlingen kunnen hun presentatie op een gestructureerde en overtuigende manier presenteren aan een publiek. 

  • Ze maken gebruik van visuele hulpmiddelen (zoals een PowerPoint-presentatie) en passen presentatievaardigheden toe, zoals oogcontact, stemgebruik en lichaamstaal, om hun boodschap effectief over te brengen.



Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden creatieve opening

Citaat

Quiz

Raadsel

Humor

Anekdote

Bedankje

Een vraag aan je publiek


Slide 8 - Diapositive

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 13 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 14 - Quiz

Randvoorwaarden presentatie
  • Lengte van je presentatie (8 minuten)
  • Publiek
  • Wanneer
  • Digibord (werkt alles?)

Slide 15 - Diapositive

Tips tijdens de presentatie
- Spreek rustig en duidelijk. 

- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 

- Zorg voor een logische indeling 

 - Gebruik duidelijke  en korte zinnen 

Slide 16 - Diapositive

Een goede presentatie
Inleiding: waar gaat het onderwerp over?
Kern: deelonderwerpen
Slot: afsluiten van het onderwerp
Logische volgorde

Duidelijke overgang naar het volgende onderwerp. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Opbouw presentatie

Slide 19 - Diapositive

Structuur van de presentatie
Een goede presentatie heeft de volgende opbouw:

1. Inleiding/ Introductie:

  • Stel jezelf en je onderwerp kort voor.
  • Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen?

Slide 20 - Diapositive

Structuur van de presentatie
2. Kern:
  
  • Deelonderwerpen.
  • Zorg voor een duidelijke overgang.

Slide 21 - Diapositive

Structuur van de presentatie
3. Slot:
  
  • Afsluiten van het onderwerp.

Slide 22 - Diapositive

Tips voor een goede presentatie
  • Oefen je presentatie: Minstens drie keer, het liefst voor een klein publiek.

  • Beperk de hoeveelheid tekst op je dia’s; gebruik kernwoorden.

  • Visuele ondersteuning: Grafieken, foto’s en video's houden de aandacht vast.

Slide 23 - Diapositive

Tips voor een goede presentatie

  • Praat rustig en duidelijk, en maak oogcontact met je publiek.

  • Gebruik je tijd goed: je geeft een presentatie van 8 minuten in week 12/13.

Slide 24 - Diapositive

Veelvoorkomende fouten en hoe ze te vermijden
  • Te veel tekst op dia’s: Gebruik maximaal 5-6 woorden per bullet point.
  • Niet duidelijk hoorbaar zijn: Zorg dat je luid en duidelijk praat.
  • Te snel praten: Neem de tijd, pauzeer tussen onderdelen.

Slide 25 - Diapositive

Veelvoorkomende fouten en hoe ze te vermijden
  • Geen oogcontact maken: Probeer niet te veel naar je dia’s te kijken.

  • Niet voorbereid zijn op vragen: Bereid antwoorden voor op mogelijke vragen over je onderzoek.

Slide 26 - Diapositive

Afronding en laatste tips
  • Zorg dat je op tijd aanwezig bent.

  • Controleer de apparatuur van tevoren.

  • Blijf rustig en geniet van het moment!

Slide 27 - Diapositive

Vragen?

Slide 28 - Diapositive

Onderwerp presentatie
1. Je kunt nadenken over een onderwerp of bespreken met je buurman/ buurvrouw.

2. Jouw docent moet het onderwerp goedkeuren.
timer
5:00

Slide 29 - Diapositive

Woordenschat kern 32
1. aan bod komen: aan de beurt komen
2. de circulaire economie: manier om spullen te produceren waarbij geen afval ontstaat
3. de randvoorwaarde: eis waaraan iets moet voldoen
4. het steekwoord: woord waarbij je een belangrijk woord in je spreekwoord aanduidt

Slide 30 - Diapositive

Woordenschat kern 32
5. voorkennis: wat je vooraf al weet
6. concreet: wat je kunt zien of aanraken

Slide 31 - Diapositive

Woordenschat kern 33
1. afvinken: met een V markeren dat iets (goed) gedaan is
2. de cabaretier: artiest die in een theater teksten voordraagt, grappen maakt of liedjes zingt
3. de lichaamshouding: hoe je je lichaam houdt als je staat, zit of ligt
4. de mindmap: schema met tekst en plaatjes om ideeën rond een onderwerp te bedenken en te ordenen

Slide 32 - Diapositive

Woordenschat kern 33
5. nalopen: checken, controleren
6. de tijdsduur: hoe lang iets duurt
7. enthousiast: als je iets heel leuk, goed of interessant vindt

Slide 33 - Diapositive

Tip: woordenschat oefenen
--> je kunt oefenen met de drillsteroefeningen van Kern online.
--> je kunt oefenen door flashcards te maken (op papier of online) van de woorden.

Slide 34 - Diapositive