Karel en Elegast les 5

Karel en Elegast les 5
Laatste les!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Karel en Elegast les 5
Laatste les!

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Lezen in je boek (leeskring)
-Invulblad: wat heb je ingevuld?
-Quiz
-Leren voor de toets

timer
13:00

Slide 2 - Diapositive

Karel en Elegast
Wat heb je ingevuld?

Slide 3 - Diapositive

Weten we wie Karel en Elegast schreef?
A
Ja, dat was Eggeric van Lenden
B
Nee, de schrijver is ook niet de bedenker

Slide 4 - Quiz

Het verhaal van Karel dateren we in het jaar:
A
ca. 750
B
ca 1400
C
ca 1250
D
ca 940

Slide 5 - Quiz

Waar draait het verhaal van Karel vooral om?
A
Vrouwen natuurlijk
B
Vechten
C
Trouw
D
Geld

Slide 6 - Quiz

Wat bedoelen we met het feodaal systeem?
A
Een samenleving met god als centrum
B
Een samenleving met de koning als centrum
C
De koning laat delen van zijn rijk besturen door edellieden
D
Pyramidespel

Slide 7 - Quiz

Karel en Elegast bevat:
A
Christelijke wonderen
B
Christelijke wonderen en sprookjeselementen
C
Geen wonderen

Slide 8 - Quiz

Naast Karelromans heb je Arthurromans. Deze ridderverhalen:
A
Dateren we voor de Karelroman
B
Zijn minder bekend
C
hebben ridders die naast moedig en trouw, hoffelijk zijn
D
Gaan ook over een historische figuur

Slide 9 - Quiz

Het getal drie verwijst naar:
A
de duivel
B
de net-niet-winnaar
C
kerstmis
D
heilige drie-eenheid: god, zoon + heilige geest

Slide 10 - Quiz

Waarom noemen we de middeleeuwen de middeleeuwen?
A
Ze liggen tussen twee belangrijkere periodes
B
De mensen het toen met weinig middelen moesten doen
C
Vanwege de symboliek rond de leeuwen

Slide 11 - Quiz

De uitvinding van de boekdrukkunst vindt plaats...
A
in de periode 1700-1800
B
aan het einde van de middeleeuwen
C
Moet nog gedaan worden
D
in het jaar 1200

Slide 12 - Quiz

Wat zegt de engel tegen Karel?
A
Dat hij een baas is.
B
Dat hij een betere koning moet zijn.
C
Dat hij niet nog eens moet gaan stelen.
D
Dat hij diezelfde nacht moet gaan stelen.

Slide 13 - Quiz

Karel vertrekt. Hoe merkt hij bij zijn vertrek dat god hem helpt?

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent 'memento mori'?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe ga je de toets voorbereiden?
A
Ik bestudeer het bulkboekje & de lessonups.

Slide 16 - Quiz

En dan nu...
Geconcentreerd gaan leren. Zet hem op!

Slide 17 - Diapositive