H2.5 De massa's van atomen, moleculen en ionen

H2.5 De massa's van atomen, moleculen en ionen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2.5 De massa's van atomen, moleculen en ionen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

10 min. stil werken aan:
Lezen: H2.5 
Maken: 53, 54, 55, 57, 
58 en 60



Slide 3 - Diapositive

atomaire massa eenheid
Eenheid van atomaire massa is u

atomen zijn heeeeeeeeel klein. 
De massa is dus ook heeeeeeeeel klein

vandaar een aparte eenheid

Slide 4 - Diapositive

Schrijf op waarom de atomaire massa-eenheid is ingevoerd.
  • Atomen zijn heel klein en als deze in kg of g zou uitdrukken dan kom je op onhandige getallen uit. Daarom druk je de massa van deze deeltjes uit in atomaire massa eenheden, waarbij de eenheid, u hoort.

Slide 5 - Diapositive

atomaire massa eenheid

zuurstof is 16 u

wat betekent 1 zuurstof atoom weeg 
161,661027kg=2,6561026kg
1u=1,661027kg

Slide 6 - Diapositive

Atoommassa
1u=1,661027kg
Tabel
Relatieve atoommassa
De relatieve atoommassa is de gemiddelde atoommassa van het isotopen mengsel zoals dat in de natuur voorkomt.
Vuistregel
Afronden bij optellen en aftrekken:
In de uitkomst van de berekening staan net zoveel decimalen als in de gemeten waarde met het kleinste aantal decimalen.
Voorbeeld
Stel een atoom heeft 2 protonen, 2 neutronen en 2 elektronen. Wat is dan de atomaire massa van dit atoom?

Antwoord
(2 x 1,0) + (2 x 1,0) + (2 x 0,00055) = 4,0011 u
Afronden op 1 decimaal (want cijfer met minste decimalen is 1,0 => 1 decimaal achter de komma).
Antwoord is dan:
Dit atoom weegt 4,0 u
De massa van de elektronen blijkt verwaarloosbaar klein!

Slide 7 - Diapositive

Molecuulmassa berekenen

Slide 8 - Diapositive

Verder werken aan:
Maken: 53, 54, 55, 57, 
58 en 60



Slide 9 - Diapositive

In welke eenheid drukken we de massa van moleculen uit?
A
Atoomnummer
B
Relatieve atoommassa
C
Atomaire massa-eenheid
D
Protonenmassa

Slide 10 - Quiz

Een atoom heeft 2 protonen, 3 neutronen en 3 elektronen. Wat is de massa van het atoom?
A
-3 u
B
-1 u
C
5 u
D
7 u

Slide 11 - Quiz

Welke deeltjes binnen het atoom zorgen voor de massa?
A
De protonen
B
De neutronen
C
De elektronen
D
De protonen en neutronen samen

Slide 12 - Quiz

Hoeveel neutronen heeft een atoom met een massa van 31 u en een atoomnummer van 15
A
15
B
16
C
31
D
46

Slide 13 - Quiz

Natrium bestaat uit 11 protonen, 11 elektronen en 12 neutronen. Wat is de massa van 1 atoom natrium in kg?

1u=1,661027kg
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz


A
100,16 u
B
29,02 u
C
180,16 u
D
120,11 u

Slide 15 - Quiz

Huiswerk

Maken: 53, 54, 55, 
57, 58 en 60              



Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo