Starttaal 2F: Thema 1 - H4 - les 1

Starttaal 2F Leerwerkboek A
PRÉ ENTREE
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Starttaal 2F Leerwerkboek A
PRÉ ENTREE

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les organisatie

  • Boeken in de klas of in je tas!
  • Pen jij je?
  • Inloggen in de les - code links onderin...
  • toetsen 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen vorige week 
Aan het einde van de les:
1. Kun je oriënteren op een gesproken tekst door:
- het onderwerp te bepalen
- het tekstdoel + soort herkennen
- de rol van de spreker herkennen

2. Ben je klaar voor de toets van hoofdstuk 2

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 30 geen!
Cijfers toets hoofdstuk 2 luisteren

Bespreken opdracht 3
- filmpje bekijken (volgende slide)
- welke antwoorden zijn gegeven
- wat is nu goed - letterlijk opschrijven wat er gezegd wordt en het plaatje omschrijven wat ze laten zien.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Herkansing groep 1
Hoofdstuk 2:
Robin en Amira A

Hoofdstuk 1:
Robin en Amira A

Onder begeleiding van mevr. Ruit

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herkansing groep 2
Hoofdstuk 2:
Romana en Mayra.

Hoofdstuk 1:
Mayra, Cheyenne, Jair, Khadra, Marvin en Gwinelyson

Onder begeleiding van mevr. Ruit.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen  
Aan het einde van de les:

Weet je wat het schrijfdoel 'informeren' is;
Kun je een korte tekst schrijven met als schrijfdoel: infomeren.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 3 (of 4)
tekstdoelen:

Slide 9 - Question ouverte

Informeren
Overtuigen
Instrueren
(amuseren)

Is dus hetzelfde, alleen wordt het nu een schrijfdoel genoemd omdat het om een tekst gaat.
Noem de 3 (of 4)
schrijfdoelen:

Slide 10 - Question ouverte

Informeren
Overtuigen
Instrueren
(amuseren)
Welk schrijfdoel hebben we vorige week behandeld?

Slide 11 - Question ouverte

Informeren
Overtuigen
Instrueren
(amuseren)
4.1 Schrijfdoelen
Blz. 59
Theorie 1: een informerende tekst schrijven

Schrijfdoel - wat wil je bereiken met je tekst?

Informeren - informatie geven (feiten schrijven)
Deze informatie haal je uit - eigen kennis/ ervaring of Internet.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 blz. 59 - 60
Lees de opdracht informatie.
Schrijfdoel: informeren

1A. Wat zouden de leden van de sportschool willen weten over Piloxing?
Schrijf twee vragen op waarmee je de leden kunt infomeren.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 blz. 59 - 60
1B. Vergelijk met een klasgenoot:
Overeenkomsten = wat hetzelfde is
Verschillen = wat anders is

1C: Op welke 2 vragen gaan jullie antwoord geven in jullie tekst?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 blz. 59 - 60
1D: Zoek op Internet informatie om jullie vragen te kunnen beantwoorden.

1E: Schrijf samen (maar wel allebei in het boek) een informerende tekst over piloxing.
Let op hoofdletters en punten EN werkwoordspelling!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 blz. 60-61
Docent haalt de boeken op.

Deelt ze willekeurig weer uit.

Bekijk opdracht 1e. de geschreven tekst.

MAAK OPDRACHT 1G.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.1 Schrijfdoelen
Blz. 61
Theorie 2: een INSTRUCTIE schrijven
Schrijfdoel - instrueren

Stapsgewijs iets uitleggen:
- eerst, daarna, toen, vervolgens....
- stap 1, stap 2 enz.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.1 Schrijfdoelen
Blz. 62+63

Maak opdracht 2

Maak opdracht 3: Doe dit op gebiedende wijs.
'pak', 'loop', 'doe', enz...

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 4 jan. af
Pak je huiswerkmapje of agenda:
BOEK: maken opdracht 1 t/m 3

  1. Schrijf het huiswerk op de dag dat het af moet zijn.
  2. Bedenk wanneer je het huiswerk voor Nederlands gaat maken
  3. Schrijf het ook op de dag dat je het gaat maken

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions