Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Kenmerken orkaan
Slide 1 - Carte mentale
In een hogedrukgebied valt veel neerslag
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
In een lagedrukgebied heb je te maken met stijgende lucht
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Er is hier een tekort aan lucht
A
Lagedrukgebied
B
Hogedrukgebied
Slide 4 - Quiz
Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Slide 5 - Diapositive
Aanlandige wind
Vochtig
Aflandige wind
Droog
Slide 6 - Diapositive
Plaats de luchtdrukgebieden:
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Slide 7 - Question de remorquage
Hoe beweegt de wind?
Wind waait van hoge druk naar lage druk
Als de lage druk boven India is, is de wind aanlandig
Als de lage druk boven de oceaan is, is de wind aflandig
Slide 8 - Diapositive
§3 India: land van de moesson
Slide 9 - Diapositive
India
Hooggebergte
Laagvlakte Ganges
Tropisch regenwoud
Steppe en savanne
Slide 10 - Diapositive
De moeson in India
Slide 11 - Diapositive
Moesson
Eind droge tijd: land is verdord. Door moessonregens wordt het landschap weer groen.
Het begin van de moessonregens is onbetrouwbaar.
De hoeveelheid neerslag is onbetrouwbaar.
Ook valt niet overal evenveel neerslag.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Sleep de moesson naar het juiste plaatje!
Zomer moesson
Winter moesson
Slide 14 - Question de remorquage
Lage druk
Hoge druk
Lage druk
Hoge druk
Lage druk
Slide 15 - Question de remorquage
Boeren en landarbeiders
In India wonen de meeste mensen op het platteland. Veel boeren hebben een laag inkomen.
Mensen hebben niet altijd genoeg eten en wonen in slechte huizen. De kinderen gaan vaak niet naar school. Er is geen geld voor dokters of medicijnen.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Nadelen moesson
Nadelen droge tijd?
Nadele natte tijd?
Slide 19 - Diapositive
De informele sector
Mensen van het platteland verhuizen naar de stad. Zij werken daar vaak in de informele sector. Informeel betekent: niet officieel. Ze betalen geen belasting.