Wat is recht

Juridische aspecten
WELKOM
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Juridische aspecten
WELKOM

Slide 1 - Diapositive

Sociaal werker
en recht

Slide 2 - Carte mentale

Orientatie recht

Slide 3 - Diapositive

Wat is recht?
Wat is recht?

Slide 4 - Diapositive

recht?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is recht?
  • In het recht gaat het over de regels in de samenleving.
  • In het recht vind je regels die eerlijk en rechtvaardig zijn en met iedereen rekening houden.
  • Deze regels beschrijven de rechten en plichten van burgers, organisaties, bedrijven en de overheid.

Slide 6 - Diapositive

Doelen
  • Je kunt een omschrijving geven van het recht.
  • Je kunt het doel van het recht beschrijven.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen regels en rechtsregels.
  • Je kunt de vijf rechtsgebieden benoemen en omschrijven.
  • Je kunt de functies van het recht beschrijven.
  • Je kunt het verschil tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon herkennen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat zijn volgens deze video de voordelen van online winkelen?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is verstandig om eerst te checken voordat je bij een online winkel een bestelling plaatst?

Slide 10 - Question ouverte

Welke van de controles van de vorige vraag doe jij zelf als jij online iets koopt? Leg ook uit waarom

Slide 11 - Question ouverte

Recht is overal!
Mats fietst naar school met zijn AirPods in. Hij pakt zijn telefoon om andere muziek op te zetten. Op dat moment wordt hij staande gehouden door een politieagent. Mats krijgt een boete van € 100.

In ons dagelijks leven heb je vaak te maken met recht. Een boete krijgen is geen leuke manier van kennismaken met het recht. Je salaris of studiefinanciering op je bankrekening is dat wel! 

Deze opdracht maak je met een groepje van vijf studenten.

Slide 12 - Diapositive

Beschrijf vijf situaties uit het dagelijks leven waarin je te maken hebt gehad met het recht

Slide 13 - Question ouverte

Functie van het recht
Het begrip ‘recht’ heeft twee betekenissen:

 
  • recht als aanspraak
  • recht als geheel van regels.

Slide 14 - Diapositive

Recht als aanspraak
Recht in de betekenis van aanspraak op iets vind je terug in zinnen zoals:
  •  ‘Ik heb recht op die fiets.’ Of:
  • ‘Ik heb recht op loon.


Het woord recht in deze betekenis gaat over iets wat je mag of wat je toekomt.

Slide 15 - Diapositive

Recht als geheel van regels
  • Het recht is het geheel van regels dat op een bepaald moment geldt in een samenleving.
  • Regels zijn afspraken tussen personen over gedrag. Bijna overal waar mensen samen wonen, sporten, werken of leren zijn er regels.
  • In het recht vind je regels die eerlijk en rechtvaardig zijn en met iedereen rekening houden.
  • De vraag wat eerlijk en rechtvaardig is, hangt af van de normen en waarden van een samenleving.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Waarden en normen
Waarden geven aan wat mensen belangrijk vinden, de normen zijn die regels die daarbij horen.

 
Als de waarden en normen veranderen, dan verandert het recht ook.

Slide 18 - Diapositive

Noem een waarde
die voor jou
belangrijk is met
een bijbehorende norm

Slide 19 - Carte mentale

Rechtsregels

Slide 20 - Diapositive

Mario rijdt graag heel erg hard. Op een dag rijdt hij 150 waar hij 100 mag. Hij krijgt een bekeuring. Van welk rechtsdoel is er sprake?
A
Oplossen van conflicten
B
Ordenen van de samenleving
C
Rechtszekerheid
D
Rechtvaardigheid

Slide 21 - Quiz

Buurman A heeft een beweegbare camera voor zijn eigen veiligheid. De camera kijkt uit op de tuin van buurman B . Hij vindt dat buurman A de camera moet weghalen, omdat zijn privacy wordt geschonden. Van welk rechtsdoel is er sprake?
A
Ordenen van de samenleving
B
Rechtszekerheid
C
Oplossen van conflicten
D
Rechtvaardigheid

Slide 22 - Quiz

Functie rechtsregels
De rechtsregels zorgen voor:

  1. een georganiseerde samenleving
  2. een rechtvaardige oplossing bij conflicten en bij overtreding van regels.

Slide 23 - Diapositive

Georganiseerde samenleving
Waarden die iedereen in de samenleving belangrijk vind
Iedereen zich aan die regels moet houden
Bij overtreding volgt er een straf
Deze regels hebben een normatieve functie

Slide 24 - Diapositive

Regels als een instrumentele functie
Recht dat niets te maken heeft met de normen van een samenleving, maar waarvan de overheid heeft besloten dat deze rechtsregels er moeten zijn.

Met deze regels bepaalt de overheid op welke manier iets wordt gedaan.

Denk aan de regel dat je rijdt aan de rechterkant van de weg.
De overheid gebruikt het recht als instrument om het gedrag van burgers te beïnvloeden of om de maatschappij op een bepaalde (gewenste) manier te organiseren. 



Slide 25 - Diapositive

Zelf afspraken maken
Denk aan een koopovereenkomst, waarbij de koper en verkoper samen bepalen wat er verkocht wordt en wat de prijs is.
 
Maar als de partijen vergeten zijn ergens afspraken over te maken, dan zijn er regels die hun afspraken aanvullen. Dit recht heeft een aanvullende functie.

Slide 26 - Diapositive

Geschil-oplossende functie
  • Helpt ook als burgers, organisaties of bedrijven met elkaar of met de overheid een conflict hebben of als iemand een rechtsregel overtreedt.
  • Rechter bepaalt of iemand mag worden gestraft, welke straf wordt opgelegd of wat de oplossing is van het conflict.
  • Rechtsregels beschrijven welke rechters er zijn,                                                  wat hun taken zijn en op welke manier                                                             een procedure voor de rechter verloopt.

 

Slide 27 - Diapositive

Wat is juist over rechtsregels?

A
Ze zijn gemaakt door de rechter.
B
Ze worden gehandhaafd door de overheid.
C
Bij overtreding kun je naar de rechter.

Slide 28 - Quiz

Wat is het doel van het recht in de samenleving? Geef twee argumenten

Slide 29 - Question ouverte

Wat is het recht?
A
de gedragsregels in een samenleving
B
de normen en waarden in een samenleving
C
de cultuur in een samenleving
D
de rechtsregels in een samenleving

Slide 30 - Quiz

Welke regel draagt NIET bij aan een georganiseerde samenleving?
A
De regel dat de koper moet betalen.
B
De regel wanneer een medewerker pauze heeft.
C
De regel in de klas dat alle telefoons in de tas moeten.
D
De regel dat een bedrijf vakantiegeld betaalt.

Slide 31 - Quiz

Waarom is de regel 'dat je de vaatwasser na het eten moet inruimen' geen recht?

Slide 32 - Question ouverte

Tot welke functie van het recht behoort de regel dat je moet stoppen voor een rood licht bij een verkeerslicht?
A
normatieve functie
B
instrumentele functie
C
geschiloplossende functie

Slide 33 - Quiz

Einde
Wat vond je van de les?
Tips / Tops

Slide 34 - Diapositive