categorie 2 - ch en cht

categorie 2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

categorie 2

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden ken je met ch?

Slide 2 - Carte mentale

Weetwoorden:
Hoor je na een korte klank -g dan schrijf je het meestal met -ch of -cht
Bijvoorbeeld:
Pech
Vrachtwagen
Lichaam

Slide 3 - Diapositive

dicht
De deur is dicht.

Slide 4 - Diapositive

lacht
Zij lacht naar de jongen.

Slide 5 - Diapositive

licht
Het licht in de badkamer is aan. 

Slide 6 - Diapositive

vacht
De vacht van de hond is zacht.

Slide 7 - Diapositive

vechten
De kinderen vechten. 

Slide 8 - Diapositive

vrachtwagen
De vrachtwagen rijdt in de straat.

Slide 9 - Diapositive

wachten
Ik wacht bij de dokter.

Slide 10 - Diapositive

vrucht
De vrucht groeit aan de boom.

Slide 11 - Diapositive

zacht
Mijn kussen is zacht.

Slide 12 - Diapositive

zuchten
Pffffff.... ik zucht.

poeh poeh, het is heel druk op school.


Slide 13 - Diapositive

vluchten
Bij vuur moet je vluchten uit het huis. 

Slide 14 - Diapositive

echt
'Hij is de koning van Nederland.'

'Echt waar?'

'Jaaa, hij is echt de koning van Nederland.'

Slide 15 - Diapositive

Ik _____ bij de dokter.
A
echt
B
wacht
C
dicht
D
vacht

Slide 16 - Quiz

De deur is _______.
A
geducht
B
licht
C
zuchten
D
dicht

Slide 17 - Quiz

De vacht van de hond is ________.
A
zacht
B
zucht
C
vechten
D
vluchten

Slide 18 - Quiz

Ik rijd in een _____________.
A
vluchten
B
geducht
C
vrachtwagen
D
wachten

Slide 19 - Quiz

De jongens ________.
A
vluchten
B
vechten
C
zuchten
D
lacht

Slide 20 - Quiz

Het meisje ______.
A
vacht
B
zacht
C
licht
D
lacht

Slide 21 - Quiz

het ______ is aan.
A
vrucht
B
lucht
C
licht
D
dicht

Slide 22 - Quiz

De kiwi is een _______.
A
echt
B
vrucht
C
vrachtwagen
D
vacht

Slide 23 - Quiz

Nu zelf oefenen
- werkblad categorie 2

Slide 24 - Diapositive